|
|
|
|
Treffers 101 t/m 150 van 45,015
# |
Aantekeningen |
Verbonden met |
101 |
Klasina Vrijlink verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Jan Hendrik Jansen (onverwant) en Klasina Kolthof (haar dochter), op 1 juni 1833 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen
(16-04-1813, 06-08-1815, 22-09-1821); Vriezenveen, Westeinde 333 (30-09-1821); Vriezenveen (23-02-1823); Vriezenveen, Westeinde 333 (31-01-1833); Vriezenveen (01-06-1833); Vriezenveen, Westeinde 333 (tot 19-04-1834). | Vrielink, Klasina (I10039)
|
102 |
Lamberdina Koenderink verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij haar huwelijk met Coenraad Ehrenhard, op 19 augustus 1837 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen (19-08-1837 [sedert 8 jaren]). | Koenderink, Lamberdina (I15466)
|
103 |
Mannes Jansen van den Poelakker heeft niet getekend bij het huwelijk tussen Hendrik Albers en Alberdina van den Poelakker (zijn dochter). Woonde te Marle (01-01-1812); Helendoorn (16-11-1814). | van den Poelakker, Mannes (I11380)
|
104 |
Mannes Kenkhuis (38 jaar, wever te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Hendrik de Blaauw (onverwant) en Johanna Drost (onverwant) en tussen Gerrit Gerritsen (onverwant) en Klaasje Kampman (onverwant), beide op 14 mei
1818 te Vriezenveen afgesloten.
Mannes Kenkhuis was getuige bij het huwelijk tussen Jannes Brink en Sina Kenkhuis (zijn zus) en tussen Hendrikus Brink (onverwant) en Berendijna Waanders (onverwant), beide op 28 augustus 1819 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen
(28-08-1819); Vriezenveen, 4-nvm (tot 04-10-1858). | Kenkhuis, Harmannus (I12357)
|
105 |
Margaretha Gerrits verklaarde in het schrijven niet ervaren te zijn en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Adam Evers (haar zoon) en Aaltjen Lemans (onverwant), op 14 juni 1844 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen
(29-10-1812, 18-10-1816, 09-01-1821, 04-05-1844, 14-06-1844); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot 23-08-1846). | Fredriks, Margarita (I9556)
|
106 |
Maria Bruggink verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Lambertus Evers (haar zoon) en Euphemia Lankamp (onverwant), op 12 augustus 1826 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Tiggelte
(17-07-1797); Vriezenveen (12-08-1826); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde 283 (08-07-1839); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (tot 16-10-1846). | Bruggink, Maria (I14294)
|
107 |
Maria Heuver verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en dus niet te kunnen tekenen bij haar huwelijk met Joannes Schepers. Woonde te Tiligte, gem. Denekamp (30-09-1820); Vriezenveen (16-08-1822, 29-03-1825, 07-04-1828, 01-06-1832,
13-02-1835, 01-01-1838, 26-01-1841); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (18-04-1843); Vriezenveen (23-09-1853); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot 14-07-1855). | Heuver, Maria (I12663)
|
108 |
Op heden den negen en twintigsten october negentienhnderd drie en
twintig is door mij Johannes Conradus Bouwmeester, Ambtenaar van den
Burgerlijken Stand der Gemeente Vriezenveen ingeschreven ten verzoeke
van Geertrui Jongman, zonder beroep wonende te Ambt Hardenberg, gehuwd
met Harm Otter veenarbeider wonende te Ambt Hardenberg, een bij exploit
van den deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank te Almelo Hendrik
Jan Plaggemars op den zeven en twintigsten dezer maand beteekend en ter
inschrijving in de registers van den Burgerlijken Stand overgelegd
afschrift van een vonnis der Arrondissements Rechtbank te Almelo van den
dertienden Juni negentienhonderd drie en twintig waarbij is verklaard
dat het huwelijk tusschen Harm Otter en Geertrui Jongman op den twee en
twintigsten April negentien honderd en zestien alhier voltrokken, door
echtscheiding is ontbonden.
Dit vonnis is op den twaalfden Juli negentienhonderd drie en twintig
aan den gedaagde beteekend en openbaar gemaakt in de Nederlandsche
Staatscourant van den dertienden Juli negentienhonderd twee en twintig.
Tevens is hierbij overgelegd eene verklaring van den Griffier der
Arrondissements Rechtbank te Almelo van den zestienden october negentien
honderd drie en twintig houdende de verklaring dat thans door geen
wettig middel meer tegen bovengemeld vonnis kna worden opgekomen.
Meer gemeld vonnis luid als volgt:
In naam der Koningin, De Arrondissements Rechtbank te Almelo rechtdoende
in Burgerlijke en Handelszaken heeft gewezen het navolgende vonnis,
inzake tusschen:
Geertrui Jongman rechtens wonende te Ambt Hardenberg verblijf houdende
tw Zwolle eischeres bij exploit van dagvaarding d.d. 19 Mei 1923, ten
deze gratis procedeerende ingevolge beschikking dezer Rechtbank d.d. 11
October 1922 hebbende tot procureur Mr. G.J. Sijbrandij en Harm Otter
wonende te Ambt Hardenberg gedaagde bij gemeld exploit van dagvaarding
defailant. De Rechtbank gehoord de eischeres, gehoord de Officier van
Justitie concludeert dat de Rechtbank op grondeigenaar van de gestelde
kwaadwillige verlating de echtscheiding tusschen partijen zal uitspreken
met toewijzing der vordering tot levensonderhoud en met veroordeeling
van den gedaagde in de kosten van dit geding. Gezien de stukken.
Ten aanzien van de feiten: Overwegende dat eischeres stellende dat zij
en de gedaagde op den 22 April 1916 te Vriezenveen zijn gehuwd; dat uit
dit huwelijk geen kinderen zijn geboren; dat gedaagde staande huwelijk
overspel heeft gepleegd; dat eischeres met gedaagde laatstelijk
gemeenschappelijk heeft gewoond in de gemeente Vriezenveen; dat gedaagde
de gemeene woonplaats welke eischeres aldaar met hem had, voor meer dan
vijf jaren en zonder wettige oorzaak en zonder eenigen grondeigenaar,
derhalve kwaadwillig heeft verlaten en tot nu toe aldaar niet is
teruggekeerd en in zijn weigering volhardt om tot haar terug te keeren;
dat gedaagde haar bovendien in de laatst van den tijd der samen leving
heeft mishandeld en met een mes bedreigd; dat eischeres mitsdien het
recht heeft tegen den gedaagde een rechtsvervolging tot echtscheiding in
te stellen uit hoofde van overspel en kwaadwillige verlating subsidiair
tot scheiding van tafel en bed op grondeigenaar van mishandeling en
buitensporigheden en zij het daartoe vereischte verlof bekwam bij
beschikking van den E.A. Heer President der Rechtbank te Almelo d.d. 29
Novemberg 1922; dat eischeres geen genoegzame inkomsten heeft om in haar
levensonderhoud te voorzien; heeft gevorderd dat de Rechtbank de
echtscheiding van de partijen zal uitspreken subsidiair de scheiding van
tafel en bed met veroordeling van den gedaagde om van den dag dat het te
vellen vonnis zal zijn ingeschreven in de registers van den Burgerlijken
Stand aan de eischeres tot levensonderhoud f 5,- per week te betalen,
met verwijzing van hem in de kosten van het beding. In rechte:
Overwegende dat de Rechtbank onbevoegd is om kennis te nemen van den
eisch tot echtscheiding op grondeigenaar van overspel door den gedaagde
gepleegd, daar deze woont te Ambt Hardenberg dus buiten dit
Arrondissement. Doch wel is de Rechtbank bevoegd ten aanzien van de
vordering tot echtscheiding op grondeigenaar van kwaadwillige verlating
en daar deze vordering der Rechtbank noch onrechtmatig noch ongegrond is
voorgekomen kan zij worden toegewezen evenals die tot het verstrekken
van levensonderhoud aan de eischeres. De subsidiaire eisch ot scheiding
van tafel en bed is daarmede vervallen. Rechtdoende bij verstek:
Verklaren zich onbevoegd om kennis te nemen van den eisch tot
echtscheiding op grondeigenaar van overspel. Verklaart op grondeigenaar
van kwaadwillige verlating het huwelijk van de partijen ontbonden door
echtscheiding. Veroordeelt den gedaagde om van den dag af dat dit vonnis
zal zijn ingeschreven in de registers van den Burgerlijken Stand aan de
eischeres tot levensonderhoud te betalen f 5,- per week. Verwijst den
gedaagde inde kosten van het geding voor zooveel, aan de zijde van de
eischeres tot heden aangewend, begroot op vijf en vijftig gulden vijf en
zeventig cent (f 55,75), het loon van den procureur en de in debet
gestelde kosten van Griffie, Deurwaarder, regel en registratie
inbegrepen.
Aldus gewezen te Almelo door de Heeren Mr. Cohel Tervaert President,
Leendertz en Hijink, Rechters en uitgesproken ter zitting van Woensdag
den dertienden Juni 1900 drie en twintig door den President in
tegenwoordigheid van gemeld Rechters, van Mr. Luijken Glashorst,
Officier van Justitie en mr. ter Kuile Griffier. Get. M. Ter Kuile, get.
Cohel Tervaert.
Voor grosse afgegeven aan Procureur van eischeres.
De Griffier der Rechtbank te Almelo.
w.g. M. ter Kuile.
Voor afschrifte
w.g. H.J. Plaggemars.
Waarvan door mij deze inschrijving heeft plaats gehad ingevolgde
artikel acht en veertig sub die van het Burgerlijk Wetboek onder
goedkeuring der doorhaling van drie honderd zes en veertig gedrukte
woorden in vorenstaande akte. J. Bouwmeester. | Gezin F9169
|
109 |
Philippina Bemener verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Johan Jacob Meij (haar zoon) en Hendrina Peters (onverwant), op 17 mei 1833 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Kampen
(17-05-1833). | Bemener, Phillippina (I15259)
|
110 |
Roelofdina Winkel verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Fredrik Vugteveen (onverwant) en Johanna Meulenbeld (haar dochter), op 18 april 1829 te Vriezenveen afgesloten.
Roelofdina Winkel verklaarde in het schrijven niet ervaren te zijn en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Azwerus Meulenbeld (haar zoon) en Mardalena Pouwels (onverwant), op 29 april 1837 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te
Vriezenveen (25-08-1812, 27-08-1814, 13-08-1816, 12-01-1819, 29-06-1821); Vriezenveen, Westeinde 214 (21-04-1822); Vriezenveen (15-08-1823, 24-11-1824, 01-02-1827, 18-04-1829, 29-04-1837, 10-08-1849); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde (tot
20-10-1851). | Winkel, Roelofdina (I14631)
|
111 |
Sina Bos verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij haar huwelijk met Johannes Albertus Keijzer, op 20 juni 1829 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen (17-04-1826, 20-06-1829, 16-08-1829); Vriezenveen,
Westeinde 194 (29-06-1830); Vriezenveen (02-01-1832, 20-06-1838, 13-09-1840, 22-10-1843); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (17-02-1845); Vriezenveen (22-05-1847); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (12-02-1851); Vriezenveen, 5-nvm (09-02-1864, tot
17-09-1870). | Bos, Sina (I10759)
|
112 |
Susanna de Vet verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij haar huwelijk met Jan Grobben, op 17 augustus 1833 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Zwolle (31-03-1833, 17-08-1833 [laatst], 23-09-1834, 16-02-1836);
Vriezenveen, Wijk 1, Oosteinde 45 (31-05-1836); Vriezenveen (17-04-1837, 27-05-1839); Vriezenveen, 1-nvm, Oosteinde (05-06-1844, tot 18-06-1852). | de Vet, Susanna (I15279)
|
113 |
Ten zijne huize aan het Oosteinde 111 te Vriezenveen overleed Hendrikus Knoef (zijn neefje). Woonde te Vriezenveen (30-10-1813, 19-09-1815, 20-01-1817); Vriezenveen, Oosteinde 111 (15-10-1817); Vriezenveen (31-10-1818, 03-09-1822, 26-06-1824);
Vriezenveen, Oosteinde 111 (01-10-1825). | Horsman, Jan (I34554)
|
114 |
Teunis de Vries was getuige bij het huwelijk tussen Hendrikus de Vries (zijn broer) en Jenneken Companje (onverwant), op 21 november 1835 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Meppel (21-11-1835). | de Vries, Teunis (I15880)
|
115 |
Trientjen Jansen was waarschijnlijk van het overlijden van Derk Legtemberg (haar zwager), op 20 april 1810 te Vriezenveen. Woonde te Vriezenveen (tot 07-01-1819). | Hof, Trientjen (I9081)
|
116 |
Wicher Wichers (22 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Jan Nijkamp (onverwant) en Egberdina Engberts (onverwant), op 19 april 1828 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Wichers was getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Hendrik Twilhaar (onverwant) en Josina Wichers (zijn zus), op 2 april 1836 te Vriezenveen afgesloten.
Wicher Wichers (32 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerhardus Schipper (onverwant) en Johanna Magdalena Hekhuis (onverwant), op 13 mei 1837 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen
(25-04-1835, 02-04-1836, 26-01-1837); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde 383 (tot 28-02-1839). | Wichers, Wicher (I9705)
|
117 |
Wilem Slettenhaar verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Derk Slettenhaar (zijn zoon) en Gerritdina Scharphof (onverwant), op 3 mei 1828 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Vriezenveen
(03-05-1828). | Slettenhaar, Willem (I12073)
|
118 |
Wilemina Mensink verklaarde in het schrijven niet ervaren te zijn en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Gerrit Hendrik Twilhaar (haar zoon) en Josina Wichers (onverwant), op 2 april 1836 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Noetselen
(25-03-1812); Vriezenveen (09-07-1812, 27-01-1814, 31-01-1816, 31-01-1819, 19-09-1821, 31-07-1824, 02-04-1836); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (07-12-1842); Vriezenveen (08-12-1846); Vriezenveen, Wijk 6, Westeinde (tot 16-02-1848). | Mensink, Willemina (I14040)
|
119 |
Zwenne Alberts verklaarde geen schrijven te hebben geleerd en niet te kunnen tekenen bij het huwelijk tussen Hendrikus Jansen (onverwant) en Jennigjen Bakhuis (haar dochter), op 13 januari 1827 te Vriezenveen afgesloten. Woonde te Op de Striepe
{Ulsen} [Duitsland] (13-01-1827). | Alberts, Swenne (I14315)
|
120 |
"De moeder van de bruid en bruidegom hebben verklaart niet te kunnen
teekenen, omdat zij dat niet hebben geleerd". | Gezin F2760
|
121 |
"Des bruids moeder verklaarde geen schrijven geleerd te hebben, gelijk
ook de bruidegom zelve deze verklaring voor ons afgelegd". | Gezin F43
|
122 |
"Geb. in de kamer van Sjakkers in Den Ham". | Ekkel, Willem (I15269)
|
123 |
"Het geluk van een arme moeder"
Hein de Ruiter kon vriendelijk zijn woordje doen. Dat doet hij nog. Hij verwierf daarbij een klinkende naam. Hij was zo eerlijk als goud. Dokter De Jager uit de Krim wist daarover mee te praten en die zat nogal met de vele doodarme klanten, die
hij in die tijd had. 't Was bekend, dat de dokters van die tijd 'de schaapjes schoren naar dat ze wol hadden' en hoeverre dokter De Jager daar ook aan mee deed weten we niet. Er lag ook een opvoedende taak in om armen mee te laten dragen in de
verplichtingen. En een dokter moet ook leven. Dat ging goed met De Ruiter. Het was wel een moeilijk. Er moest wel eens wat geregeld worden, zodat de mensen met stukjes en beetjes de rekening van de dokter betaalden, maar veel geld kwam toch
binnen en over al dat werk deed De Ruiter een is de week verslag en droeg het geld meteen af, waarvan hij zijn provisie kreeg. Op die manier verdiende hij doorgaans een wat betere boterham dan zijn vrienden in het vled of de fabriek. Eens kwam
hij in de Nieuwlande. 'Komt d'r maar in De Ruiter. Ik heb net de koffie klaar.' De Ruiter dronk koffie en presenteerde zijn nota. 'Ja, ik wist wel, dat die nog open stond. Maar ik heb deze week niks. Kun je volgende week even weer langs komen.
Dan zal ik proberen wat op zij te leggen. De Ruiter, het is zo moeilijk met vijf kinderen en de man in de werkverschaffing. Wat wordt er toch weinig verdiend. In de voorbije week had mijn man acht gulden ...' De eerlijke goedwilende vrouw liet de
afrekeningbriefjes van haar man zien en zonder dat ze er op bedacht was verdonkeremaande De Ruiter dat âene briefje: de afrekening van de voorbije week ten bedrage van acht gulden. Aan 't eind van de week bracht hij dokter De Jager het geld en
rapporteerde over de verschillende klanten. Hij vertelde ook van die nette vrouw daar in Nieuwlande met haar vijf kinderen, die het van acht gulden in de week moest doen. 'Wat wilde e nu, De Ruiter? Wanneer ga jer er weer heen?' 'Deze week ga ik
er weer heen en ze zal iets aan de kant leggen. Ze kan het niet ineens betalen.' 'Geef mij de rekening eens.' Dokter De Jager schroefde zijn grote Parker vulpen los en zette met de forse doktershanepoten 'voldaan' op de nota met de bekende
naamkrabbel er onder. En toen De Ruiter weer bij de vrouw in Nieuwlande kwam kwam ze met een gulden. 'Meer heb ik deze week niet De Ruiter. Ik kan geen meer missen.' 'Maar ik heb wat anders voor je', zei De Ruiter blij. Je houdt je gulden en hier
heb je de kwitantie. Je kunt de rekening als afgedaan beschouwen.' Wat was dat moedertje in Nieuwlande blij.
"Een dappere ridder".
Van Hein de Ruiter zal in De Krim en omgeving nog wel nooit iemand hebben geweten, dat 'hij zijn mannetje staat'. Hij is helemaal geen vechtjas, maar een man des vredes. Dat zie je hem aan als hij je vertrouwelijk in de ogen kijkt. Dat ervoer men
vroeger ook als hij bescheiden in de kring van zangers zijn opmerkelijke mooie, klankvole tenorstem ten beste gaf. Liefst zo onopvallend mogelijk. Maar juist die bescheidenheid maakte hem voor zoveel zaken bekwaam. Er was feest in De Krim en men
vroeg Oom Hein of ie wilde bedienen. Dat wilde hij wel. Het werden een paar beste dagen voor hem. Maar toen hij laat in de nacht naar huis ging was dat langs die Scheerse polder: donker en eenzaam was dat daar. Maar hij hoorde wat. Een vrouw
kreet en gilde om hulp .... Hij bedacht zich geen ogenblik. Hij sprong toe, greep de marechaussee bij de schouder, rukte hem de koorden van zijn tenue en de onverwachts in het nauw gebrachte marechausee greep zijn revolver en loste een schot. Of
de man echt een moordaanslag heeft beraamd op dat ogenblik is nooit aan het licht gekomen, maar in elk geval koos hij onmiddellijk daarna het hazenpad en als onmiskenbaar corpus delictum stak Oom Hein de koorden van de marechaussee in zijn zak en
ontfermde zich over het meisje, dat over al de leden van haar lichaam lag te trillen an angst. 'Breng me naar huis', bedelde ze. 'Ik kan niet meer'. Dat deed Oom Hein als de eervolle ridder en ging daarna naar hui. Daar was het verhaal niet mee
af. De verontwaardigde ouders van het meisje vroegen genoegdoening. 'Wat moeten we nu doen?' vroeg rijksveldwachter Ter Slaa aan Oom Hein. 'Als ik hiervan rapport op moet maken, dan raakt de man zijn baan kwijt en zijn goede naam'. Om Oom hein
hoefde dat niet. Hij was een man des vredes. Als die marechaussee voortaan goed op paste, waarom zou zij hem dan in het ongeluk helpen. 'Praat jij eens met die ouder', vroeg Ter Slaa. 'Je kunt goed praten. Misschien lukt het wel'. Dat deed Oom
Hein. Hij kreeg gehoor. De marechaussee mocht zelf over genoegdoeing komen praten. Ja, ja. Het was een harde tijd. Geld was schaars. En hoe dat nu verder is geregeld heeft Oom Hein ook nooit helemaal geweten. Daar had hij geen belang bij. Hij
raakte een paar dagen wat aan de krukkel. Misschien een griepje en toen hij op 't bed lag bracht men hem een keer 35,-. De ouders van het meisje brachten ongevraagd het aandeel van de afkoopsom, die de marechaussee als zoenoffer had moeten
betalen. Het meisje is later naar Dedemsvaart vertrokken en later heeft Oom Hein nooit meer van hem vernomen. Hopelijk heeft ze daar in alle eer en deugd de man van haar keuze ontmoet.
"De veldwachter lustte wel een borrel".
Oom Hein lustte wel een borrel. Maar veel belang had hij daar ook niet bij. En toen hij met andermans centen ging werken en zelfs aanspreker werd bij de begrafenisvereniging - 29 jaar lang - begreep hij, dat bij zulks werk zeker de alleruiterste
matigheid op zijn plaats was. En hij had verder ook geen belang bij die borrel. Als hij aangiften had te doen van overlijden, dan was daar een getuige bij nodig. Dat eiste de wet. Doorgaans deed dat iemand van het gemeentehuis. Heel vaak de
veldwachter. En toen hij dat boek van veldwachter Van Laar had gelezen, toen herkende hij die kloeke veldwachter van Stad-Hardenberg weer. Die was wel eens getuige geweest bij zijn aangiften en voor wat hoort wat. Dat was het gebruik. Hij luste
best ee borrel. Niet dat hij er ooit misbruik van maakte, maar hij herinnerde zicht dat allemaal nog heel levendig. En de schrijver van veldwachter Van Laar kreeg nogmaals het compliment te horen, dat het toch zo'n mooi boek was. Zo echt, zoals
het in het verleden is geweest .... Die schreef nu vrolijk dit verhaal. | de Ruiter, Hein (I1115)
|
124 |
"Op den 21-10-1816 bevallen was van twe kinderen van het mannelijk geslacht, waar van het op heden (akte datum: 23-10-1816) aan ons zonder leven is vertoond." | Dijkhuis, Mannelijk kind (I34516)
|
125 |
"Op den 21-10-1816 bevallen was van twe kinderen van het mannelijk geslacht, waar van het op heden (akte datum: 23-10-1816) aan ons zonder leven is vertoond." | Dijkhuis, Mannelijk kind (I34517)
|
126 |
"Overleden de vader voor ongeveer vijftien jaaren en de moeder eenige vroeger" in 1815. Overleden voor ongeveer 17 jaar in 1816. | Roelofs, Aleijda (I10734)
|
127 |
"Overleden op den zesen twintigsten dezer, des nachts te twaalf ure". | Pereboom, Johanna (I38543)
|
128 |
"Schielijk op elkander zijn overleden zijnde voor ongeveer 23 jaren geleden na getuigen gedagten" in 1820. | Levie, Hartog (I12503)
|
129 |
"Schielijk op elkander zijn overleden zijnde voor ongeveer 23 jaren geleden na getuigen gedagten" in 1820. | Levie, Eva (I12504)
|
130 |
"Spanjaard" was burgemeester van Oldemarkt (1796). Zoon van Roelof van Gunst, dagloner, leerlooier, koopman en Geesje Spanjaard. Later gehuwd op 12 maart 1875 te Steenwijk met Alexandra Geertruida Schurink, geb. 6 februari 1835 te Steenwijk, ovl.
waarschijnlijk 1896 te Utrecht. | van Gunst, Hermanus Spanjaard (I11813)
|
131 |
'Henrijk Willems', de naam van de vader zal in de doopakte een verschrijving zijn geweest. | Willems, Coert (I3319)
|
132 |
... dat de gedaagde, herhaalde malen in de jaren 1853 en 1854 en daarna
in de gemeente Vriezenveen in zijne woning aldaar met eene vrouwelijke
persoon genaamd Anna Rensink overspel heeft bedreven ... | Gezin F5782
|
133 |
... naar aanleiding van een vanwege de Minister van Justitie schriftelijk gedane aangifte, ingeschreven, dat op twee en twintig October negentienhonderd twee en veertig te Oswiecim in Polen is overleden: ... | Schaap, Koopman (I33436)
|
134 |
... te zijnen huize te Vriezenveen in zijne tegenwoordigheid ... en van welk kind de comparant verklaart vader te zijn.
Kantlijn: Bij Huwelijks akte gepasseerd voor de Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Vriezenveen, den derden Maart achttien honderd zes en zestig tusschen Edwin Green Robinson en Johanna Belt, beide te Vriezenveen wonende, is het kind in
tegenstaande geboorte akte vermeld erkend en gewettigd. | Robinson Green, Hendrika Sarah (I17874)
|
135 |
... ter inschrijving ontvangen een afschrift van een akte van overlijden van krijgslieden, opgemaakt door de militaire administratie in Tjiamis, in Nederlandsch-Oost-Indiče, waaruit blijkt, dat op dertig October dezes jaars, te elf uur nul
minuten, te Lengkongdjaja, in Nederlandsch-Oost-Indiče, is overleden ... | Meijerink, Gerrit Jan (I46660)
|
136 |
... ter inschrijving ontvangen een afschrift van een akte van overlijden van krijgslieden, opgemaakt door de militaire administratie te Batavia, in Nederlandsch-Indiče. | Muller, Carel Willem (I46573)
|
137 |
... ter inschrijving ontvangen een afschrift van een akte van overlijden van krijgslieden, opgemaakt door de militaire administratie te Tondjoeng Tirto, in Nederlandsch-Oost-Indiče, waaruit blijkt, dat op elf April dezes jaars, te twaalf uur vijf
minuten, te Prambanan, in Nederlandsch-Oost-Indiče, is overleden: ... | Krikken, Albert Jan (I27751)
|
138 |
... ter inschrijving ontvangen een uittreksel uit het register van overlijden te Berlijn in Duitsland, waaruit blijkt, dat op vijftien Maart negentienhonderd vijf en veertig op een onbekend uur te Doniaga in de gemeente Doniawerstal is overleden
... | Kootstra, Foppe (I46601)
|
139 |
... uittreksel uit het register van overlijden der gemeente Rhenen, waaruit blijkt, dat op dertien Mei dezes jaars des middags te twaalf uur, in de gemeente Rhenen is overleden bevonden: Jan ten Cate, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren en
wonende te Vriezenveen, ongehuwd, zoon van Gerrit Jan ten Cate, landbouwer en van Gerritdina Veneman, zonder beroep, beiden wonende te Vriezenveen. | ten Cate, Jan (I49297)
|
140 |
...tjen als doopnaam is slecht leesbaar. | Broetjen, Lutgertjen (I13971)
|
141 |
01-02-1845/13-02-1845. | Gezin F20045
|
142 |
01-02-1854/13-02-1854. | Heyneman, Julius (I56586)
|
143 |
01-02-1882/13-02-1882. | Harmsen, Amalia Johanna (I10073)
|
144 |
01-03-1821/13-03-1821. | Harmsen, Sophie Johanna (I55874)
|
145 |
01-03-1846/13-03-1846. | Kruys, Klaas (I49962)
|
146 |
01-03-1863/13-03-1863. | Feik, Maria (I56612)
|
147 |
01-03-1875/13-03-1875. | Bartelink, Adolph Thomas (I58437)
|
148 |
01-04-1871/13-04-1871.
Lidmaat geworden door belijdenis in 1887 te St. Petersburg [Rusland]. | Engberts, Frederik (I50127)
|
149 |
01-04-1874/13-04-1874. | Groes, Sophie Elisabeth (I58486)
|
150 |
01-05-1847/13-05-1847. Overleden aan de gevolgen van een beroerte. | Reuter, Elisabeth (I15152)
|
|
|
|