Paulus Franciscus Ruijter

Paulus Franciscus Ruijter

Mannelijk ( ca. 1746) - na 1748

Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Paulus Franciscus Ruijter is geboren in ( ca. 1746) (zoon van Gerrit Ruijter en Maria van der Aa); is gestorven na 1748.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Poulus Franssiscus de Ruter
    • Permanent recordnummer: 36110

    Aantekeningen:

    Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).


Generatie: 2

  1. 2.  Gerrit Ruijter is gedoopt op 31 mei 1711 in Vriezenveen (zoon van Jan Ruijter en Eesse Grobben); is gestorven tussen 1763 en 1765.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Janssen de Ruter
    • Permanent recordnummer: 21664
    • Patroniem: Jansen

    Aantekeningen:

    1740-06-28: Jan Hendriks Smit, voorts Nijkes Hendriksen en zijn vrouw Frederika Gerrits Smelt, welke verklaarden verkocht te hebben de grasgoorden gelegen in de landerijen van Engbert Jansen Smit, zijn aanvang nemende van de waterleijdink tot aan
    de dwarssloot heen buiten, gelimiteerd oostwaarts Pieter Wilhelm Harwig, cs, westwaarts de stege, ten profijte van Garrit de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, voor een som van 180 guldens [T0079_INV5_p001].

    1740-12-31: Berent Raphuis en zijn vrouw Aeltjen Wolters, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Piksensland, onverscheiden met Wijcher Roelofs, cs, beginnende van de buiteren doorgravenen weg tot aan of
    met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Wicher Roelofs, westwaarts de wedw Garrit Braamer, voorts 1,5 akker hooiland, gelegen in Klaas Braarmersland [Klaas Bramersland], aanvang nemende van de buiteren doorgravenen weg tot aan de Oldenweg,
    onverscheiden met Klaas Wolters, oostwaarts Jan Lubbers, westwaarts Garrit Berens Creemer, ingevolge van 5 juni 1740 opgerichten en betekende koopcedel, ten profijte van Garrit de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, voor een som van penninge
    zo aan haar verkopers door de koper ten vollen en te dank waren voldaan en betaald [T0079_INV5_p009].

    1742-01-25: Jenneken Gerrits, weduwe Lambert Glas, voor haar zelf, mede als boedelhoudster van haar wijlen mans nalatenschap, voorts als moeder en wettige voogd van de onmondige kinderen bij haar man voornt geprocureerd, bijgestaan met Gerrit
    Gerrits als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben 2 akker hooiland, haren aanvang nemende van de buiteren doorgravenen weg tot aan en met de dijk of Aa, onverscheiden met Garrit Berens, gelimiteerd oostwaarts het zgn Bursschersland,
    westwaarts Olde Scholsland, en zulks na woestenlands gerechtigheid, met en nevens Garrit Berens ingevulge door Garrit Berens gerechtelijke betekende hand, en zijn vrouwen ondertekeninge volgens de koopcedel daarvan opgericht, te varen, drijven en
    hooien, met eenen vrijen op weg, mits dezelven helpende maken, ten profijte van de E Garrit de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 643 guldens [T0079_INV5_p047].

    1742-02-03: Jenneken Gerrits, weduwe Lambert Glas, voor haar zelf, mede als boedelhoudster van haar wijlen mans nalatenschap, voorts als moeder en wettige voogd van de onmondige kinderen bij haar man voornt geprocureerd, bijgestaan met Gerrit
    Gerrits als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn wegens opgenomen en bij haar te danke ontvangen penningen, aan de E Garrit de Ruijter en zijn vrouw, een som van 360 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker min een
    vierendeel land met daarop staande huis en timmeragie, beginnende van de buiteren doorgravenen weg, dat bovenwaarts in zover de Heerlijkheid zich uitstrekt, gelimiteerd oostwaarts Krikkenberensland, westwaarts Olde Scholsland, nog 2 wanden land
    in Busschersland, en drie vierendeel akker boverwegesland, onverscheiden met Jan Jansen Auken, cs [T0079_INV5_p050].

    1746-02-19: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harmsen de Graaff als haar voogd, voorts Gerrijt Winter, Hendrik Braamer en Jan Freriks de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen,
    weduwe van Hendrik Winter, tezamen respective erfgenamen van wijlen Henrik Roelofsen Huisman, welke verkocht hebben de aangeerfde 5 koeweiden, tot aan de zgn Oldenweg, maar het houtgewas daarop staande behouden verkopers voor haar en zullen het
    zo lange mogen laten staan als het haar zal gelieven, alsmede de halfscheid van het maken van de steegendeele, en ruimen van de waterstromen, en de sloot half bij de stege en half bij de goordens, voorts 500 treden roede maat bouwland en de halve
    opslag, en gezaai daarop liggende met het maken van deze nieuwe kerkweg na contingen te verdelen, voorts patorijen koorn, kosters koorn, haver aan de Huize Almelo Jufferen haver armenjagers koorn, bur (?) en bollen houden en maken van de
    leijdink, gelimiteerd oostwaarts Koort Hendrik van Olde, westwaarts wijlen Rotgert Berensland, ten profijte van de E Garrijt de Ruiter en zijn vrouw, en zulks alles voor een som van haar verkopers door de koper ten vollen de eersten met de
    laatsten kooppenning te danke te wezen voldaan en betaalt [T0079_INV5_p157].

    1746-08-05: Fenneken Jansen, weduwe van Harmen de Graaff, bijgestaan met haar zoon Jannes Harms de Graaff als haar voogd, voorts Garrijt Winter en Hendrik Braamer, de rato caverende voor haar moeder en schoonmoeder Aaltjen Jansen, weduwe van
    Hendrik Winter, tezamen erfgenamen van wijlen Hendrik Roelofsen Huisman, welke verkopen de aangeerfde bouwgoorden, beginnende van deze Kerkweg tot aan de dwarssloot, gelegen in het land van wijlen Henrick Roelofs Huisman, gelimiteerd oostwaarts
    de stege, westwaarts de goorden van wijlen Berent Koops, ten profijte van de E Garrijt de Ruijter en zijn vrouw, voor een som van 201 guldens en 13 stuivers [T0079_INV5_p176].

    1746-09-15: Wicher Roeloffs, als vader, voogd en boedelhouder wegens zijn onmondige kinderen, voorts Roeloff Wichers, welke verkocht hebben een halve akker hooiland, gelegen in het zgn Piksensland, aanvang nemende van de buiterenweg tot aan of
    met de dijk en de Aa, gelimiteerd oostwaarts verkoper, westwaarts Jan Krol, en onverscheiden met de koper en Jan Krol, cs, ten profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 185 guldens [T0079_INV5_p183].

    Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 13, nr. 4:
    Man : Gerrit d. Ruter.
    Vrouw : Maria van der A.
    Kinderen >10 jaar : Jan d. Ruter, Henrica d. Ruter.
    Kinderen <10 jaar : Eva de Ruter, Zwaantjen de Ruter, Poulus Franssiscus de Ruter.
    Dienstboden : Jan Jaspers, Maria Jaspers.
    Inwonenden : -.

    1749-04-04: Pr Nicol Harwig als gevolmachtigde van de E Egbert Costers en zijn vrouw Judith Costers, luid volmacht van de rigter van Almelo van 2 april 1749 gepasseerd, welke verklaarde over te dragen het huis en goorden alhier op het
    Vriezenveen, in het zgn Rutgersland gelegen, gelimiteerd oostwaarts de goorden van Gerrijt de Ruiter, westwaarts de steeg, zo en als compt principalen hetzelve huis en goorden van de kinder van wijlen Berent Koops hebben aangekocht, ten profijte
    van Henrikus Henriks Clompemaker en erfgenamen, voor een som van 505 guldens en 5 stuivers [T0079_INV5_p252].

    1754-09-21: Garrijt Jansen Graave en zijn vrouw Geertjen Jansen, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hoevenland op de oostere hoeve gelegen, onverscheiden met Jan Jansen, gelimiteerd oostwaarts Garrijt Winter, westwaarts Harmen
    Berkhoff, maar heeft de verkoper de turf of stuk zo aan de buitere kant van de Olden Schipsloot mochte bevonden worden om dezelve aldaar te mogen graven of steken (?), van hem bescheiden, maar de omderbaam (?) blijft in eigendom van de koper, ten
    profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, voor een som van 165 guldens [T0079_INV5_p424].

    1756-01-17: Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna Jansen de Ruiter, welke verklaarden schuldig te zijn de E Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1200 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land
    opgaans met top en twijg daarop staande, voorts het gehele hooiland of agtermaat, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de dijk of Aa, en dan nog alle de goordens, zo bouw als grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg, buitenwaarts in, alles
    alhier op het Vriezenveen gelegen, gelimiteerd oostwaarts Henrikus Schuirman, westwaarts het zgn Pillenland.
    Kantlijn akte: Noodgerecht gehouden op 11 juli 1768, coram Scholtus J H Dikkers, verschenen Maria van der A, wedw van wijlen Gerrit d Ruter, bijgestaan met Jan Lohuis als haar voogd, in dezen voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar
    kidneren, mitsgaders boedelhoudster van dezelve, welke bij deze in judicis komt over te geven een gerechtelijk hypoticatie van 17 januari 1786, groot 1200 guldens kapitaal staande ten laste van wijlen haar zwager Gerrit van der A en zijn vrouw
    Janna de Ruter, verklarende zij comparante dat de gemelde verzegelinge aan haar voornd, door Gerrit Bruggeman en zijn vrouw Eva van der Aa, als thans bezitters van het gemelde erve in zover als het zelve aan haar comparante en haar wijlen man
    veronderpand was voldaan en betaald, met verder verzoekd at mocht lijden dat de meergemelde hypoticatie bij deze worden vernietigd [T0079_INV5_p507].

    1756-03-06: Hermen Jansen, welke verklaarde op 28 februari 1755 verkocht te hebben 3 akker en 1,5 vierendeel akkerland op en dale, te vene, te velde, te heide, te weide, met top en twijg, met alle deszelfs timmeragie, zo en als hij hetzelve tot
    dusver in het gebruik heeft gehad, met nog 1,5 akker turfland, liggende op de oostere hoeve, gelimiteerd oostwaarts Gerrijt de Ruiter, en aan de westzijde Berent Brouwer, ten profijte van Frerick Hendriks Braamer en zijn vrouw Fennegjen Berens,
    voor een som van 350 guldens [T0079_INV5_p526].

    1760-05-03: Mettjen Jansen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde wegens opgenomen penningen
    schuldig te zijn aan haar broer Gerrijt Jansen de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1780 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op huis en gaarden daar achter gelegen, met een goordentjen genaamd het Ekkeltelgjen,
    staande en gelegen in de landerijen van Frerick Freriksen Waanders, en een halve akker woestenland, onverscheiden met de wedw van Berent Jansen Otten, nog een akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de Dijk of de Aa, gelegen
    in Olde Scholsland, onverscheiden met Jan Smelt cs, nog een halve akker hoevenland, gelegen op de Oostere hoeve, onverscheiden met Jan Berens Barkhoff, en dan nog enen goorden, gelegen in de landerijen van Jan Freriks deze Minkgoorden genaamd,
    mitsgaders hare gregte erfportie, zo van wijlen haar vader Jan de Ruiter, en wijlen haar moeder Eefje Berens Grubbe hadde geerft en kunnen erven. [T0079_INV6_p076]

    1761-07-11: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden op 10 december 1760 verkocht te hebben een halve akker boverweges land, den Vas
    akker (?) genaamd, beginnende van de Buiterenweg bovenwaantjen (?), ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 141 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p146]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen
    erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een 3,5 wand bouwland in de landerijen van de weduwe Albert Berens Grubbe, ten
    profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p148]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een drievierendeel akker
    boverweges land, Lubbersland genaamd op de Westere Hoeve, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 184 guldens. [T0079_INV6_p149]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
    land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Mettjen de Ruiter, ten profijte van Jakomina Harwig, wedw van wijlen Jan Muller, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p151]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
    land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Jacomina Harwig, ten profijte van Mettjen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p153]

    1762-05-22: Hindrik Schuirman en zijn vrouw Janna Jansen, welke verklaarden in 1761 verkocht te hebben 2 koeweiden, gelegen in het zgn Weevers Pulsland (?), beginnende van deze Kerkweg tot aan de zgn Weeteringe, onverscheiden met de koper Gerrijt
    de Ruiter, ten profijte van Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw, voor een som van 66 guldens. [T0079_INV6_p195]

    1763-09-17: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen en tezamen mede de rato caverende voor haar ... ... zuster Mettjen
    de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, te zamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grobbe, wedw Jan de Ruiter, welke verklaarden in januari 1761 verkocht te hebben 2 akkers lands, met daarop staande huis en timmeragie, met de halve brink, en
    houtgewas daarop staande, zo wel de bomen zou haar voor of, in eigendom zijn toebehorende, als die bomen, zo wel (?) Jan G Ten caate, in gemeesnschap zijn hebbende, beginnende van af met deze Kerkweg, en dat bovenwaarts in, zo verre de
    Heerlijkheid zich uitstrekt, ten profijte van Aaltjen Faijer, weduwe van wijlen Harmen Egbers en dezelver kinderen, voor een som van 850 guldens. [T0079_INV6_p264]

    Na zijn overlijden:

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk
    of Aa, onverscheiden met de kopers, cs, in het zgn Piksensland gelegen, ten profijte van Jan Gerrits Bramer en Jan Jansen de Graeff, voor een som van 356 guldens. [T0079_INV6_p427]

    1776-12-26: Gerrit Geerdink, voor zich en als boedelhouder, vader en wettige voogd van zijne kinderen, verklaarde schuldig te zijn aan zijn zwager Brenardus d Boer een som van 1135 guldens, herkomstig en uit hoofde van de ouderlijken boedel en
    voor hem comparant verschotene penningen, voorts aan Jan de Graeff, wegens van de zelve genegotieerde en ontvangen penningen een som van 600 guldens, en dan aan comparants beide zusters, genaamd Frederica en Maria Geerdink, een som van 200
    guldens, ...tende uit hoofde van hunnen ouderlijken boedel, alsmede aan Egbert Jonkman een som van 100 guldens, wegens aan hem compt verstrekte penningen en aan Aaltjen Berents een som van 200 guldens, en dan ook nog aan Jannes Claesen een som
    van 200 guldens, en aan de kinderen van wijlen Gerrit de Ruijter een som van 350 guldens, alsmede aan dezelfs knecht Bartus Heethuijs wegens verdient loon een som van 150 guldens, en aan de Pastoor Meijer te Geesteren een som van 48 guldens, en
    aan de weedw Jasper Bramer een som van 80 guldens, alsmede aan Jan Boerman, wegens gehaalde winkelwaren een som van 70 guldens, alsmede aan Gerrit van der Aa, wegens geleend geld, een som van 60 guldens, dus tezamen een som van 3193 guldens,
    comparanten stellen hypotheek met onderpand op zijn 4 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verder timmeragie, alsmede 1,5 akker woestenland in de wester woesten, mitsgaders een akker boverweegesland, een goorden op het zgn Hols Jans
    Derksland, 1,5 wand bouwland op 't voorschr Hols Jans Derksland, en dan nog een akker turfland op de oosterhoeve, alles alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p062].

    Woonde te Vriezenveen (31-07-1735, 27-08-1748).

    Gerrit getrouwd Maria van der Aa op 31 jul 1735 (NOTE Religie:) in Vriezenveen. Maria (dochter van Hendrik van der Aa) is geboren in ( ca. 1710); is gestorven na 1771. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Maria van der Aa is geboren in ( ca. 1710) (dochter van Hendrik van der Aa); is gestorven na 1771.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: van der A, van de Ae
    • Permanent recordnummer: 21667

    Aantekeningen:

    1756-01-17: Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna Jansen de Ruiter, welke verklaarden schuldig te zijn de E Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1200 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akker land
    opgaans met top en twijg daarop staande, voorts het gehele hooiland of agtermaat, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de dijk of Aa, en dan nog alle de goordens, zo bouw als grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg, buitenwaarts in, alles
    alhier op het Vriezenveen gelegen, gelimiteerd oostwaarts Henrikus Schuirman, westwaarts het zgn Pillenland.
    Kantlijn akte: Noodgerecht gehouden op 11 juli 1768, coram Scholtus J H Dikkers, verschenen Maria van der A, wedw van wijlen Gerrit d Ruter, bijgestaan met Jan Lohuis als haar voogd, in dezen voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar
    kidneren, mitsgaders boedelhoudster van dezelve, welke bij deze in judicis komt over te geven een gerechtelijk hypoticatie van 17 januari 1786, groot 1200 guldens kapitaal staande ten laste van wijlen haar zwager Gerrit van der A en zijn vrouw
    Janna de Ruter, verklarende zij comparante dat de gemelde verzegelinge aan haar voornd, door Gerrit Bruggeman en zijn vrouw Eva van der Aa, als thans bezitters van het gemelde erve in zover als het zelve aan haar comparante en haar wijlen man
    veronderpand was voldaan en betaald, met verder verzoekd at mocht lijden dat de meergemelde hypoticatie bij deze worden vernietigd [T0079_INV5_p507].

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen
    erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een 3,5 wand bouwland in de landerijen van de weduwe Albert Berens Grubbe, ten
    profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p148]

    1763-09-17: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen en tezamen mede de rato caverende voor haar ... ... zuster Mettjen
    de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, te zamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grobbe, wedw Jan de Ruiter, welke verklaarden in januari 1761 verkocht te hebben 2 akkers lands, met daarop staande huis en timmeragie, met de halve brink, en
    houtgewas daarop staande, zo wel de bomen zou haar voor of, in eigendom zijn toebehorende, als die bomen, zo wel (?) Jan G ten Caate, in gemeesnschap zijn hebbende, beginnende van af met deze Kerkweg, en dat bovenwaarts in, zo verre de
    Heerlijkheid zich uitstrekt, ten profijte van Aaltjen Faijer, weduwe van wijlen Harmen Egbers en dezelver kinderen, voor een som van 850 guldens. [T0079_INV6_p264]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk
    of Aa, onverscheiden met de kopers, cs, in het zgn Piksensland gelegen, ten profijte van Jan Gerrits Bramer en Jan Jansen de Graeff, voor een som van 356 guldens. [T0079_INV6_p427]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende omtrent drievierendeel akker turfland, onverscheiden met Gerrijt
    Berentsen Snijder, op de oostere hoeve gelegen, ten profijte van Henrikus Boeschen, zijn vrouw en kinderen, voor een som van 75 guldens. [T0079_INV6_p429]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende goorden, in Olde Jan Klaassensland, aan deze kant der Waterleiding,
    ten profijte van Jasper ten Caate en zijn vrouw, voor een som van 104 guldens. [T0079_INV6_p431]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende grasgoorden, beginnende van de Waterleiding, zo verre omgraven is, in
    Berent Engbers Smitsland, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 234 guldens. [T0079_INV6_p433]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende 2 wanden bouwland, zijnde het 5e en 6e wand van binnenaan, in het zgn
    Wevers Palsland (?) gelegen, ten profijte van Frerick Tijhof en zijn vrouw, voor een som van 60 guldens. [T0079_INV6_p436]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende 2 koeweiden gelegen in het zgn Wevers Pulsland (?), beginnende van
    deze Kerkweg, tot aan de Weeteringe, ten profijte van Jannes Berens, en Jan Harms, dezelver vrouwen, voor en som van 82 guldens. [T0079_INV6_p438]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende koeweide, beginnende van deze Kerkweg tot aan of met de Olden Graven,
    in het zgn Jan Teunis Geesenland gelegen, ten profijte van Frerick Jansen en kinderen, voor een som van 70 guldens. [T0079_INV6_p440]

    1771-02-14: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrit d Ruiter, als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Jan d Ruiter als haar voogd, welek verklaarden op 7 februari 1770 verkocht te hebben de
    landerijen, genaamd het zgn Huijsmansland, het buitenland, beginnende van deze Kerkweg hen buiten voor 300 guldens en 5 stuivers, met en nevens de goorden daarin gelegen die begint van de sloot, zijnde de goorden verkocht, zover als die om graven
    is voor een som van 155 guldens, gaande alle het verkochte buitere land, tot aan met de Oldenweg eindigende, exempt behouden de verkoper aan haar al het harde of eikenhout, zo daarop staat, om hetzelve te mogen laten staan, zo lange het haar zal
    believen, maar dat in of op de goorden staat, is aan de koper eigen, gelimiteerd oostwaarts de weedw Coert van Olde, en westwaarts het zgn de Rutgersland, en dat aan handen van Claas Cruijs, Derk Jansen en Hendericus Boesschen, derzelver
    huisvrouwen, voor een som tezamen van 455 guldens en 5 stuivers [T0079_INV7_p146].

    1761-07-11: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden op 10 december 1760 verkocht te hebben een halve akker boverweges land, den Vas
    akker (?) genaamd, beginnende van de Buiterenweg bovenwaantjen (?), ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 141 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p146]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg, tot aan of met de dijk
    of Aa, onverscheiden met de kopers, cs, in het zgn Piksensland gelegen, ten profijte van Jan Gerrits Bramer en Jan Jansen de Graeff, voor een som van 356 guldens. [T0079_INV6_p427]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende grasgoorden, beginnende van de Waterleiding, zo verre omgraven is, in
    Berent Engbers Smitsland, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 234 guldens. [T0079_INV6_p433]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende 2 wanden bouwland, zijnde het derde en vierde wand van binnenaan, in
    het zgn Wevers Persland (?), ten profijte van Waanders Berens en zijn vrouw, voor een som van 58 guldens. [T0079_INV6_p435]

    1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
    zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende 2 wanden bouwland, zijnde het 5e en 6e wand van binnenaan, in het zgn
    Wevers Palsland (?) gelegen, ten profijte van Frerick Tijhof en zijn vrouw, voor een som van 60 guldens. [T0079_INV6_p436]

    1771-02-14: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrit d Ruiter, als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Jan d Ruiter als haar voogd, welek verklaarden op 7 februari 1770 verkocht te hebben de
    landerije, gelegen in het zgn Glase Berentsland, beginnende van de buiterenweg en eindigende met de Dijk en de Aa, gedeeltelijk onverscheiden met Jan Gerrits, ten profijte van Jan Gerritsen en zijn vrouw Magdalena Herwig, voor een som van 460
    guldens [T0079_INV7_p147vo].

    1771-02-14: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrit d Ruiter, als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Jan d Ruiter als haar voogd, welek verklaarden op 7 februari 1770 verkocht te hebben 2 wanden
    bouwland, gelegen op het zgn Huijsmansland, ten profijte van Egbert Lamberts en zijn vrouw, voor een som van 80 guldens [T0079_INV7_p149].

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een drievierendeel akker
    boverweges land, Lubbersland genaamd op de Westere Hoeve, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 184 guldens. [T0079_INV6_p149]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
    land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Mettjen de Ruiter, ten profijte van Jakomina Harwig, wedw van wijlen Jan Muller, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p151]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
    land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Jacomina Harwig, ten profijte van Mettjen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p153]

    1771-02-14: Maria van der A, weduwe van wijlen Gerrit d Ruiter, als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar kinderen, bijgestaan met haar zoon Jan d Ruiter als haar voogd, welek verklaarden in 1770 verkocht te hebben een huis, schuur en
    gaarden daarachter gelegen, beginnend van deze nieuwe Kerkweg tot zover de gaarden omgraven of bepaald is, gelegen op en in de landerijen van Gerrit Henderixen, gelimiteerd oostwaarts de kinderen van wijlen Jan Clumper en westwaarts de stege van
    Gerrit Hinderix, mitsgaders 3 wand bouwland, gelegen op het zgn Huijsmansland, ten profijte van Jan Wolterus Boerman en zijn vrouw Henderica Jansen, en zulks voor een som van penningen als haar verkoper door de koper ten genoegen aan dezelve
    voldaan bekenden te wezen [T0079_INV7_p149vo].

    1771-02-14: Jan Wolterus Boerman en zijn vrouw Henderica Jansen, welke verklaarden schuldig te zijn aan Maria van der Aa, wedw G d Tuiter, woonachtig te Almelo, derzelver kinderen, een som van 1100 guldens, wegens ontvangen en verstrekte
    penningen, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, schuur met de goorden daarachter gelegen, beginnende van deze Kerkweg tot zover als de goordenties omgraven of bepaald is, mitsgaders 3 wanden bouwland op het zgn Huijsmansland,
    zijnde het huis, gaardenties, gelegen in de landerijen van Gerrit Hinderixen, gelimiteerd oostwaarts de kinderen van Jan Clumper en westwaarts de stege van Gerrit Henderixen [T0079_INV7_p150vo].

    Woonde te Almelo (31-07-1735); Vriezenveen (27-08-1748).

    Aantekeningen:

    Ondertrouw:
    Met att. naar Vriezenveen.

    Kinderen:
    1. Jan Ruijter is geboren in ( ca. 1735); is gestorven na 1771.
    2. Hendrika Ruijter is geboren in ( ca. 1740); is gestorven na 1748.
    3. Eva Ruijter is geboren in ( ca. 1742); is gestorven na 1748.
    4. Zwaantjen Ruijter is geboren in ( ca. 1744); is gestorven op 16 okt 1804.
    5. 1. Paulus Franciscus Ruijter is geboren in ( ca. 1746); is gestorven na 1748.
    6. Elisabeth Ruijter is geboren in ( ca. 1748).


Generatie: 3

  1. 4.  Jan Ruijter is geboren in ( ca. 1685) (zoon van Gerrit Ruijter en Swaantjen Hermsen); is gestorven tussen 1746 en 1748.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Jan Gerritsen de Ruijter, de Ruiter
    • Permanent recordnummer: 21662
    • Patroniem: Gerrits

    Aantekeningen:

    1718-02-03: Jan Gerritsen ten Caethe en zijn vrouw Hinrikjen Harmsen, welke verklaarden schuldig te zijn aan Gerrit Frederiksen ten Caathe, Gerrit Frererixen Smelt, alsmede aan Aaltjen Wolters, weduwe van wijlen Berendt Harmsen Smelt, een som van
    214 guldens en 6 stuivers, alsook aan de E Claes Kruis, Scholtus, en zijn vrouw Geertjen Luixen Schol, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met daarop staande huis, gelimiteerd oostwaarts Jan de
    Ruijter en een gedeelte onverscheiden westwaarts Harmen Gerritsen de Ruijter [T0079_INV4_p101].

    1718-08-16: Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Hinrikjen Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heren Doctoren Wilhelm van Arnhem en Gerhard Truirniet, en ook Procurator Harrewich, herkomende wegens verdient salaris en verschot,
    een som van 60 guldens, alsmede aan Brend Brouwer, de som van 47 guldens, en aan Geesjen Courts, weduwe van wijlen Scholtes Brouwer, een som van 37 guldens, 10 stuivers en 8 penningen, mitsgaders aan Jan Schol, een som van 28 guldens en 7
    stuiver, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met het huis daarop staande, gelimiteerd oostwaarts Jan de Ruijter, westwaarts Harmen de Ruijter [T0079_INV4_p121].

    1723-03-08: De E Brenardus Smelt, koopman tot Deventer, de rato caverende voor zijn absente vrouw Anna Christina Borgerink, in vertoonde volmacht gepasseerd voor de Heeren Burgemeesters der stad Deventer van 1 maart 1723, welke verklaarden
    verkocht te hebben 2 akkeren woestenland, liggende in de westerwoesten, alles ingevolge maagscheidinge van 1 december 1719 bij loten is toegevallen voor het moederlijk goed van comparant te weten een akker onverscheiden met Jan de Ruijter en
    Harmen de Graeve, en een halve akker met Henrik Spijker, cs, en een halve akker met de E Schulte Claas Cruis, voor een som van penningen en dat aan handen aan de E Jan Smelt, koopman tot Rotterdam en Deventer, volgens koopbrief gepasseerd van 29
    december 1721 [T0079_INV4_p278].

    1742-04-07: Hindrik Gerrits Koors en zijn vrouw Janna Engbers, en hij Hendrik Gerrits Koors mede voor de kinderen van Derk Hobbelink bij Margarita Koors verwekt, voorts Hindrik Jansen en zijn vrouw Hindrikkjen Rotgers, Grietjen Aarens, weduwe
    Berent Jansen, bijgestaan met Garrit Brink als haar voogd, en Grietjen Jansen, bijgestaan met Hendrik Garrits als haar voogd, samen erfgenamen van wijlen Harmen Koors, welke hebben verkocht een halve akker woestenland, gelegen in de wester
    woesten, onverscheiden met de weduwe Berent Otten en de weduwe Jan Geers, oostwaarts Jan de Ruiter, westwaarts Jan de Ruiter, ten profijte van Garrijt Jansen en zijn vrouw Mettjen Egbers, voor een som van 115 guldens [T0079_INV5_p055].

    Woonde te Vriezenveen.

    Jan getrouwd Eesse Grobben in ( ca. 1710) (NOTE Religie:). Eesse (dochter van Berend Grobben en Metjen Jansen Winter) is geboren in ( ca. 1685); is gestorven tussen 1759 en 1760. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Eesse Grobben is geboren in ( ca. 1685) (dochter van Berend Grobben en Metjen Jansen Winter); is gestorven tussen 1759 en 1760.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Eessjen, Esesje
    • Permanent recordnummer: 21663
    • Patroniem: Berends

    Aantekeningen:

    Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 27, nr. 1:
    Man : -.
    Vrouw : Weed. Jan de Ruiter.
    Kinderen >10 jaar : Henderikjen Jansen.
    Kinderen <10 jaar : -.
    Dienstboden : -.
    Inwonenden : Jan Berentsen.

    1753-01-18: Harmen Egbers en zijn vrouw Aaltjen Feijer, welke verklaarde schuldig te zijn, en in gereden gelde ontvangen te hebben van de E Jan Feijer, en Jannes Lambers en zijn vrouw, een som van 600 guldens, belovende en ... bij Harmen Egbars
    en zijn vrouw aan hetgene bij ... ... ..., comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis, met de goorden daarachter liggende, en een koeweide, staande en gelegen in de landerijen van de weduwe Albert Berens Grubben, gelimiteerd
    oostwaarts Jan Freriks Mansland, westwaarts de wedw Jan de Ruijter, voorts een akker hoevenland op de westere hoeve gelegen, een halve akker hooiland in de wester woesten gelegen, drie vierendeel akker hooiland in Klaas Bramersland gelegen,
    beginnende van de Buiterenweg tot aan de Oldenweg, een goorden aanvang nemende van deze Kerkweg, zover omgraven is, in Lange Frerick Albersland gelegen, een halve akker hooiland in Piksensland gelegen, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met
    de dijk of Aa, en dan nog 5,5 wand bouwland in de landerijen van wijlen Frerick Jansen gelegen, alles alhier op het Vriezenveen.
    Kantlijn akte: Op 14 februari 1761 ... Jan Feijer en zijn vrouw Janna Jansen, van Berendina Feijer, en bekenden dat aan haar in deze verzettinge gemelde 600 guldens met de interest waren voldaan, waarmee deze akte wordt doorgehaald
    [T0079_INV5_p393].

    1754-05-11: Swenneken Berens Leus, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde verkocht te hebben 2 akker hooiland, beginnende van de buiterenweg, tot aan of met de dijk of Aa, onverscheiden met de wedw Jan de Ruiter,
    gelegen in hetzgn Busschersland, gelimiteerd oostwaarts Paaschensland, westwaarts Krikken Berensland, ten profijte van Henrikus Egbers Schoemaker en zijn vrouw Stientjen Harwig, voor een som van 660 guldens [T0079_INV5_p420].

    1755-05-03: Jan Berens Barkel en zijn vrouw Swenneken Berens Leus, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker land, opgaans met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wedw Jan de
    Ruiter, westwaarts Henrikus Schuirman, ten profijte van Jan Hoeck en zijn vrouw Mettien Feijer, voor een som van 1300 guldens en 10 stuivers [T0079_INV5_p460].

    Woonde te Vriezenveen (27-08-1748).

    Na overlijden:

    1760-05-03: Mettjen Jansen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde wegens opgenomen penningen
    schuldig te zijn aan haar broer Gerrijt Jansen de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1780 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op huis en gaarden daar achter gelegen, met een goordentjen genaamd het Ekkeltelgjen,
    staande en gelegen in de landerijen van Frerick Freriksen Waanders, en een halve akker woestenland, onverscheiden met de wedw van Berent Jansen Otten, nog een akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de Dijk of de Aa, gelegen
    in Olde Scholsland, onverscheiden met Jan Smelt cs, nog een halve akker hoevenland, gelegen op de Oostere hoeve, onverscheiden met Jan Berens Barkhoff, en dan nog enen goorden, gelegen in de landerijen van Jan Freriks deze Minkgoorden genaamd,
    mitsgaders hare gregte erfportie, zo van wijlen haar vader Jan de Ruiter, en wijlen haar moeder Eefje Berens Grubbe hadde geerft en kunnen erven. [T0079_INV6_p076]

    1761-07-11: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden op 10 december 1760 verkocht te hebben een halve akker boverweges land, den Vas
    akker (?) genaamd, beginnende van de Buiterenweg bovenwaantjen (?), ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 141 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p146]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen
    erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een 3,5 wand bouwland in de landerijen van de weduwne Albert Berens Grubbe, ten
    profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p148]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een drievierendeel akker
    boverweges land, Lubbersland genaamd op de Westere Hoeve, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 184 guldens. [T0079_INV6_p149]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
    land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Mettjen de Ruiter, ten profijte van Jakomina Harwig, wedw van wijlen Jan Muller, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p151]

    1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
    Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
    land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Jacomina Harwig, ten profijte van Mettjen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p153]

    Na overlijden:

    1763-09-17: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen en tezamen mede de rato caverende voor haar ... ... zuster Mettjen
    de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, te zamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grobbe, wedw Jan de Ruiter, welke verklaarden in januari 1761 verkocht te hebben 2 akkers lands, met daarop staande huis en timmeragie, met de halve brink, en
    houtgewas daarop staande, zo wel de bomen zou haar voor of, in eigendom zijn toebehorende, als die bomen, zo wel (?) Jan G ten Caate, in gemeesnschap zijn hebbende, beginnende van af met deze Kerkweg, en dat bovenwaarts in, zo verre de
    Heerlijkheid zich uitstrekt, ten profijte van Aaltjen Faijer, weduwe van wijlen Harmen Egbers en dezelver kinderen, voor een som van 850 guldens. [T0079_INV6_p264]

    Kinderen:
    1. 2. Gerrit Ruijter is gedoopt op 31 mei 1711 in Vriezenveen; is gestorven tussen 1763 en 1765.
    2. Swenneken Ruijter is gedoopt op 11 feb 1714 in Vriezenveen; is gestorven tussen 1748 en 1761.
    3. Metjen Ruijter is gedoopt op 24 apr 1718 in Vriezenveen; is gestorven na 1769.
    4. Janna Ruijter is gedoopt op 04 apr 1721 in Vriezenveen; is gestorven na 1780.
    5. Hendrikjen Ruijter is gedoopt op 04 jun 1724 in Vriezenveen; is gestorven tussen 1748 en 1761.

  3. 6.  Hendrik van der Aa is geboren in ( ca. 1685).

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: van de Ae
    • Permanent recordnummer: 74622

    Kinderen:
    1. 3. Maria van der Aa is geboren in ( ca. 1710); is gestorven na 1771.


Generatie: 4

  1. 8.  Gerrit Ruijter is geboren in ( ca. 1657) in Vriezenveen (zoon van Jan Ruijter); is gestorven tussen 1683 en 1696.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Gerrijt Janssen Buijter
    • Permanent recordnummer: 10554
    • Patroniem: Jansen

    Aantekeningen:

    Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223. Woonde te Vriezenveen (12-02-1682).

    Overleden:
    Overleden tussen 12 februari 1682 en 25 juli 1696.

    Gerrit getrouwd Swaantjen Hermsen op 12 feb 1682 (NOTE Religie:) in Vriezenveen. Swaantjen (dochter van Hermen Grave) is geboren in ( ca. 1657) in Vriezenveen; is gestorven tussen 1696 en 1708. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 9.  Swaantjen Hermsen is geboren in ( ca. 1657) in Vriezenveen (dochter van Hermen Grave); is gestorven tussen 1696 en 1708.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Swaentje, Swaentjen Hermssen Graeve
    • Permanent recordnummer: 12925

    Aantekeningen:

    Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 223. Woonde te Vriezenveen (12-02-1682, 16-08-1696).

    Kinderen:
    1. 4. Jan Ruijter is geboren in ( ca. 1685); is gestorven tussen 1746 en 1748.
    2. Aaltjen Ruijter is geboren in ( ca. 1692); is gestorven na 1723.
    3. Herman Ruijter is geboren in ( ca. 1695); is gestorven tussen 1746 en 1748.

  3. 10.  Berend Grobben is geboren in ( ca. 1659) in Vriezenveen; is gestorven na 1729 in Vriezenveen.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Berent Janssen Grubbe, Grubben
    • Permanent recordnummer: 10020
    • Patroniem: Jansen

    Aantekeningen:

    Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 212. Woonde te Vriezenveen (12-02-1682).

    Berend getrouwd Metjen Jansen Winter op 12 feb 1682 (NOTE Religie:) in Vriezenveen. Metjen is geboren in ( ca. 1655) in Vriezenveen; is gestorven tussen 1682 en 1703 in Vriezenveen. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 11.  Metjen Jansen Winter is geboren in ( ca. 1655) in Vriezenveen; is gestorven tussen 1682 en 1703 in Vriezenveen.

    Andere gebeurtenissen:

    • Alias: Metje Janssen Winters
    • Permanent recordnummer: 7941

    Aantekeningen:

    Woonde te Vriezenveen (12-02-1682).

    Kinderen:
    1. 5. Eesse Grobben is geboren in ( ca. 1685); is gestorven tussen 1759 en 1760.
    2. Hendrikjen Grobben is geboren in ( ca. 1693); is gestorven na 1765.
    3. Janna Grobben is geboren in ( ca. 1695); is gestorven na 1754.