|
|
 |
|
Treffers 87,101 t/m 87,150 van 89,802
# |
Aantekeningen |
Verbonden met |
87101 |
Zie: Trouwboekje archief Johannes Lemans. | Gezin F8761
|
87102 |
Zie: Trouwboekje archief Johannes Lemans. | Gezin F8866
|
87103 |
Zie: Trouwboekje. | Gezin F8039
|
87104 |
Zie: Trouwboekje. | Gezin F17432
|
87105 |
Zie: Tusken Tsjćukemar en Tsjonger, blz. 197?
Woonde te Heerenveen (10-02-1990).
1937-06-xx: Jogchum Groen, woont te St. Johannesga, is vader.
1939-03-xx: Jogchum Groen, woont te St. Johannesga, is vader. | Groen, Jogchum (I5347)
|
87106 |
Zie: Tusken Tsjćukemar en Tsjonger, blz. 93.
Woonde te Rotsterhaule (02-02-1950); Oudehaske, A 121 a (toekomstig adres op 02-02-1950); Oudehaske (20-02-1951, 02-07-1952); Oudehaske, Jousterweg 169 (tot 09-1958 [Bron: Jouster Courant, met gezin]); Joure, G. Knolweg 2 (vanaf 09-1958); Joure
(26-12-1978); Joure, E.A. Borgerstraat 88 (04-08-1983); Joure, De Aak 1, 8501 RW. | Poepjes, Jacob Ids (I5298)
|
87107 |
Zie: Utrechts Nieuwsblad, 18-01-1895, pag. 2 (R.K. Kerk. De aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot pastoor: te Vriezenveen den heer G.B. Meijknecht). BR: Woonde te Amersfoort (tot 19-01-1895); Vriezenveen, Wijk 3, nr. 330/332 (19-01-1895 t/m
1899); Vriezenveen, Wijk 3, nr. 332 (1899 t/m 30-10-1903); Keijenburg (Vanaf 30-10-1903). | Meijknecht, Georg Bartolomeus (I50040)
|
87108 |
Zie: Vragenformulier Familie.
Woonde te Sneek. (Afgevoerd van de stamkaart van haar vader Ids Idsinga op 15-07-1955); Sneek (17-05-1961, 19-02-1978); Sneek, Zwartsenbergstraat 22 (11-11-1982); Sneek, Schwartenb.straat 22 (1989 tot « 17-01-1996). | Idsinga, Hinke (I2345)
|
87109 |
Zie: Vriezenveen in oude ansichten, fotonr. 3.
1921-11-13: Jan Slot, 26, smid, woont te Vriezenveen, is als vader aangever geboorte dochter.
1973-08-19: Jan Slot, woont te Vriezenveen, is overleden.
1895-08-16 tot 1900: Jan Slot, NH, woont als zoon te Vriezenveen, BWK-145, 't Slot; Vriezenveen, BWK-181, 't Slot. [BR1890-BW041]
1900 tot 1910: Jan Slot, NH, woont als zoon te Vriezenveen, BWK-181, 't Slot; Vriezenveen, D-006, 't Slot. [BR1900-SLT07]
1910 tot 1920: Jan Slot, NH, fabrieksarbeider, woont als zoon te Vriezenveen, D-006. [BR1910-SLT14]
Smid in 1925/1929/1941.
Woonde te Vriezenveen, Wijk D, nr. 2 (07-04-1925, 21-03-1929); Vriezenveen (19-04-1941). | Slot, Jan (I25041)
|
87110 |
Zie: Vriezenveen; Trouwboekje archief Johanens Lemans. | Gezin F3966
|
87111 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 101.
Dochter van Jan Hendrik Broers en Catharina Maria Ploos van Amstel. | Broers, Anna (I10084)
|
87112 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 102/107/110/118.
1831-06-15: Notaris Warnaars, 1831, nr. 114, voogdijstelling.
Koopman in 1831/1833, commissionair factoor in 1857.
Jan Hendrik Schol Engberts was getuige bij het huwelijk tussen Bernardus Klumper (onverwant) en Bernhardina Gerharda Jansen (zijn schoonzus), op 11 december 1833 te Vriezenveen afgsloten.
Woonde te St. Petersburg [Rusland] (08-12-1831); Vriezenveen (11-12-1833); Stad Almelo, Groote Straat, Wijk 3 (tot 01-10-1857). | Scholl Engberts, Jan Hendrik (I10202)
|
87113 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 105.
1783-06-28: Janna Engbers, zus (Testament Jan Engbers en Johanna Schol) [Toeg079_Inv9].
Woonde te Vriezenveen (29-05-1785, 22-06-1822); Vriezenveen, Wijk 4, Westeinde 260 (tot 07-12-1835). | Engberts, Janna (I9543)
|
87114 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 105/115-118.
1821-01-27: Notaris Warnaars, 1821, nr. 022, consent.
1829-04-11: Notaris Warnaars, 1829, nr. 076, testament van Hendricus Egbertus Engberts.
1829-10-31: Notaris Warnaars, 1829, nr. 216, hypotheek.
1830-12-28: Notaris Warnaars, 1830, nr. 244, royement.
Koopman in 1837, grondeigenaar in 1870, sinds 1846 rentenier te Stad Almelo.
Woonde te Almelo (1868, 24-11-1890); Stad Almelo, Wijk H, nr. 34 (tot 29-12-1891). | Engberts, Hendrikus Egbertus (I10222)
|
87115 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 105/115.
1812-08-04: Notaris Warnaars, 1812, nr. 89 (Gerhardus Johannes Engberts; akte niet gevonden).
1820-03-25: Notaris Warnaars, 1820, nr. 035, royement.
1821-07-03: Notaris Warnaars, 1821, nr. 125, volmacht.
1825-06-02: Notaris Van Riemsdijk, 1825, nr. 1199, hypotheek.
1826-10-11: Notaris Van Riemsdijk, 1826, nr. 1337, koopcontract (te Almelo).
Particulier in 1838.
Woonde te St. Petersburg (1817 t/m 1819); Aurich (1837); Stad Almelo (28-12-1837); St. Petersburg (1843); Almelo (1864); Stad Almelo, Groote Straat, Wijk 3 (tot 10-01-1864). | Engberts, Gerhardus Johannes (I10216)
|
87116 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 108.
Woonde te Vriezenveen (10-03-1831, 09-12-1831, 06-07-1833, 03-06-1835, 31-08-1837, 03-05-1839, 06-02-1841); Vriezenveen, Wijk 3, Oosteinde (27-09-1842, 13-04-1843); Vriezenveen (01-04-1844, 04-06-1846, 02-08-1856, 05-10-1867); Vriezenveen, 3-nvm
(18-08-1867); Vriezenveen, 3-215 (30-12-1877); Vriezenveen, 3-308 (tot 13-03-1888). | Engberts, Hendrika Johanna (I9536)
|
87117 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 109.
1828-10-06: Notaris Warnaars, 1828, nr. 189, boedelscheiding.
Cornelis in reeds in 1821 in St. Peterburg. Hij doet dan belijdenis. Hij is medefirmant van de sigarenhandel Ten Cate & Co. aan de Newski Prospekt te St. Petersburg. Gedurende vele jaren was hij een waardig lid als ouderling van de kerkeraad van
de Hollandse Hervormde kerk te St. Petersburg.
Woonde te Vriezenveen; St. Petersburg [Rusland]. | ten Cate, Cornelis (I10425)
|
87118 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 110/119-120/135.
Koopman in 1872, firmant F. Smelt & Co. tot ca. 1891.
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 09-12-1831); St. Petersburg [Rusland]. | Smelt, Egbert Eduard (I11084)
|
87119 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 111. | Engberts, Johann George (I28268)
|
87120 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 112.
Dochter van Gerrit Scholten en Gesina Bremmers. | Scholten, Johanna Bartha Harmina (I43569)
|
87121 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 113-114.
1918-11-01 tot 1920: Jan Engberts, NH, electrotechnisch ingenieur, woont als hoofd te Vriezenveen, 4-333. Gekomen van St. Petersburg. [Doorgehaald: Vertrokken op 17-05-1920 naar Rotterdam, Goudsesingel 95.] [BR1910-VV0344]
Electro ingenieur in 1903.
Woonde te St. Petersburg [Rusland] (25-09-1903); Vriezenveen (Vanaf 1917); Almelo (10-1942).
Hij week uit naar Vriezenveen in 1917 [bron: Website Gijs Hesselink]. | Engberts, Ing. Jan (I14431)
|
87122 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 113.
1918-11-01 tot 1920-04-28: Egbert Engberts, NH, koopman, woont als hoofd te Vriezenveen, 4-333. Gekomen van St. Petersburg. Vertrokken naar Leiden, Hogewoerd 45. [BR1910-VV0346]
Egbert was getuige bij het huwelijk tussen Serge Awdejew en Anneke Nierstrasz, gehuwd op 16 september 1925 te 's-Gravenhage.
Woonde te St. Petersburg (tot 1918); Vriezenveen (Vanaf 1918); Leiden (16-09-1925, 11-04-1944). | Engberts, Egbert (I50131)
|
87123 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 113.
1918-11-01 tot 1920-04-28: Jan Engberts, NH, woont als zoon te Vriezenveen, 4-333. Gekomen van St. Petersburg. Vertrokken naar Leiden, Hogewoerd 45. [BR1910-VV0346]
Schrijver eerste klasse bij de Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters in 1944.
Woonde te Leiden (tot 11-04-1944). | Engberts, Jan (I50135)
|
87124 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 113.
1918-11-01 tot 1920-04-28: Leonard Engberts, NH, woont als zoon te Vriezenveen, 4-333. Gekomen van St. Petersburg. Vertrokken naar Leiden, Hogewoerd 45. [BR1910-VV0346] | Engberts, Dr. Ir. Leonard (I50134)
|
87125 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 113.
Auteur van 'Het antisemitisme kritisch bezien'.
1918-11-01 tot 1920-04-28: Egbertus Engberts, NH, woont als zoon te Vriezenveen, 4-333. Gekomen van St. Petersburg. Vertrokken naar Leiden, Hogewoerd 45. [BR1910-VV0346]
Hij vertrok in 1928 met de 'Slamat' naar Ned.-Indiče [bron: Website Gijs Hesselink].
Woonde te Thailand (11-04-1944); Leiden. | Engberts, Ir. Engbertus (I50133)
|
87126 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 114.
1918-11-01 tot 1920: Berta Elizabet Maria Waanders, NH, woont als vrouw te Vriezenveen, 4-333. Gekomen van St. Petersburg. [BR1910-VV0344]
Apothekeres in 1900-1903.
BR: Woonde te Vriezenveen, Westeinde, Wijk 4, nr. 453/386 (tot 27-08-1900); Dordrecht (27-08-1900 t/m 04-01-1901); Vriezenveen, Westeinde, Wijk 4, nr. 453/386 (04-01-1901 t/m 04-12-1901); Gottingen [Duitsland] (04-12-1901 t/m 23-04-1902);
Vriezenveen, Westeinde, Wijk 4, nr. 453/386 (23-04-1902 t/m 26-09-1903); St. Petersburg (Vanaf 26-0-1903, vanaf 30-04-1916); Almleo (tot 05-03-1950). | Waanders, Berta Elizabet Maria (I23158)
|
87127 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 118.
Zoon van Egbert ten Cate en Julia Hofkes.
| ten Cate, Egbert (I34982)
|
87128 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 118.
Zoon van Hendrik Hagedoorn en Johanna Bartha Scholten.
Woonde te Almelo (10-04-1924). | Hagedoorn, Johan Bertus (I28270)
|
87129 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 120.
1940-01-16: Joan Leonard Smelt, 60, geboren te St. Petersburg, woont te Hilversum, is overleden.
Woonde te Amsterdam; Hilversum. | Smelt, Jan Leonard (I36628)
|
87130 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 124.
1812-06-19: Notaris Warnaars, 1812, nr. 32, testament (Berendina Josina Raphuis).
Den 22 december 1815: Wicher Johannes Hulshoff, den 13 julij 1818 met att. naar Petersburg [bron: DTB 510b, blz. 086].
Woonde te St. Petersburg [Rusland] (Vanaf 1825). | Hčulshof, Wichert Johannes (I14579)
|
87131 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 127-128.
1813-03-22: Notaris Warnaars, 1813, nr. 49, vervangingscontract.
1814-07-08: Notaris Warnaars, 1814, nr. 383, kwitantie.
1815-09-08: Notaris Warnaars, 1815, nr. 122, gifte onder de levenden.
1815-12-22: Hermannus Harmsen, lidmaat (NG) te Vriezenveen.
1817-11-17: Notaris Warnaars, 1817, nr. 225, royement en kwitantie.
1818-09-12: Notaris Warnaars, 1818, nr. 210, borgsom.
1823-11-26: Notaris Warnaars, 1823, nr. 172, borgsom met hypotheek.
1827-04-14: Notaris Warnaars, 1827, nr. 051, borgtocht met hypotheek.
1829-05-15: Notaris Warnaars, 1829, nr. 099, borgsom met hypotheek (te Wierden).
1829-08-13: Notaris Warnaars, 1829, nr. 169, koopcontract van vast goed (hooiland).
1831-04-27: Notaris Warnaars, 1831, nr. 080, borgsom met hypotheek (te Marle).
1831-05-28: Notaris Warnaars, 1831, nr. 100, borgsom met hypotheek (te Marle).
1831-08-19: Notaris Warnaars, 1831, nr. 159, borgsom met hypotheek.
1832-10-08: Notaris Warnaars, 1832, nr. 217, publieke verkoop van vast goed (huis).
1832-11-09: Notaris Warnaars, 1832, nr. 244, borgsom met hypotheek.
1833-09-05: Notaris Warnaars, 1833, nr. 155, borgsom met hypotheek.
1834-04-17: Notaris Warnaars, 1834, nr. 057, borgsom met hypotheek.
1860 t/m 1862-07-01: Hermannes Harmsen, NH, kramer, woont te Vriezenveen, 5-318 / 5-372, als broer bij gezin Jan Harmsen.
Koopman in 1815/1817, rentenier in 1862.
Woonde te Vriezenveen (04-11-1815, 25-11-1815, 03-11-1817); Vriezenveen, 5-nvm (tot 01-07-1862).
Hermannus Harmsen (22 jaar, kooplui te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Hekhuis (onverwant?) en Jenneken Leenderts (onverwant?), op 1 april 1815 te Vriezenveen afgesloten.
Hermannus Harmsen was getuige bij het huwelijk tussen Jan Harmsen (zijn broer) en Johanna Hendriks Aman en tussen Wicher Harmsen (zijn broer) en Leena Derks.
Hermannus Harmsen was getuige bij het huwelijk tussen Hendrik Jansen en Josijna Harsmen (zijn zus).
Hermannus Harmsen (33 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Albartus Hendriks Companjen (onverwant) en Aaltjen Berkhof (onverwant), op 9 april 1825 te Vriezenveen afgesloten. | Harmsen, Harmannus (I10006)
|
87132 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 129/131/135-136/137(foto); De Nederlanders en hun kerk in Sint Petersburg, 1704-1927, blz. 36/37 (foto).
Woonde te Vriezenveen (Vanaf 06-11-1850); St. Petersburg [Rusland] (Vanaf 1866, 06-09-1895); Vriezenveen, Waardenburg; Baarn, Huize "Troika".
Woonde volgens de overlijdensadvertentie tot 6 april 1908 te Baarn, Schoonoordpark.
Gezin in 1898 naar Nederland.
Woonde Villa Concordia aan de Sophialaan [nu: Bothalaan 1] te Baarn, later verhuisden ze naar Villa Troika aan de oude Piet Heinlaan te Baarn. Ongeveer op de plek waarnu het terras van de wintertuin in het Cantonspark is.
1908-04-06: Heramnnes Harmsen, 57, koopman, woont te Baarn, is overleden. | Harmsen, Hermannes (I11805)
|
87133 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 136.
Dochter van Jan Gerrit Gabričel Moorrees en Christina Elizabeth Plaat.
Woonde te 's-Gravenhage, Burnierstraat 42. | Moorrees, Nanette Johanna (I11806)
|
87134 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 142. | Companjen, Arvid (I25510)
|
87135 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 31/38/47-48/52-54/81-82/101-102; De Hollande Hervormde Kerk in Sint-Petersburg 1713-1927, deel I, blz. 342/343.
1744-01-31: Testament, opgemaakt ten huize van Hendrik Braamer, van Grietjen Jansen Schol, zwak van lichaam en bijgestaan met Hendrik Braamer als haar voogd, waarin genoemd:
- haar 3 zussen, met namen Mettjen Jansen Schol, Henderika Jansen Schol en Janna Jansen Schol, enig en universeel erfgenaam;
- haar halve broers, met namen Jan en Jannes Jansen Schol, en halve zus Frederika Jans Schol, ieder een som van 17 guldens, dus samen een som van 51 guldens;
- aan de armen alhier, 5 guldens [T0079_INV5_p107].
1749-12-22: Testament, opgemaakt ten huize van Engbert Egbers, Janna Jansen Schol, zwak van lichaam en bijgestaan met Hindrik Braamhaar als haar voogd, waarin genoemd:
- haar 2 zussen, met namen Mettjen Jansen Schol en Henrika Janasen Schol, enig en universele erfgenamen;
- haar 2 halve broers, met namen Jan en Jannes Jansen Schol, en haar halve zus Frederika Jansen Schol, samen een som van 60 guldens;
- aan de armen alhier, 10 guldens [T0079_INV5_p270].
1758-02-20: Jan Harmsen Schoemaker, voor hem zelf, en als vader en wettig voogd van deszelfs minderjarige kinderen, bij wijlen zijn vrouw Jenneken Jansen Schuirman verwekt, welke verklaarde wegens opgenomen en ontvangen penningen, zo heeft
ge...jeert en gebruikt tot afbetaling van een oude verzegelinge, zo op zijn goederen was liggende, schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, een som van 500 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het
huis, met de goordens van en achter het huis, en ruim 400 treden roede maat bouwland met de opslag, en dan nog een goorden, de SANTBELT genaamd, met nog een raad (?) goordentjen achter de waterleiding gelegen, alles gelimiteerd oostwaarts Garrijt
Freriks, westwaarts Toetbroersland, voorts een halve akker hooiland gelegen in Toetbroersland, beginnende van de waterleiding tot aan de dijk, onverscheiden met Egbert Schuirman, en dan nog een halve akker hoevenland, gelegen op de oostere hoeve,
onverscheiden met Garrijt Roelofs, cs [T0079_INV5_p663].
1758-03-18: Lukas Albers Jonker en zijn vrouw Aaltjen Harms, welke in erfkoop verkocht hebben een akker turf of hoevenland, gelegen op de oostere hoeve, aanvang nemende met de alden (?) Schipsloot, en dat bovenwaarts in, onverscheiden met Frerick
Freriks, gelimiteerd oostwaarts Albert Koors, cs, westwaarts Jan Barkhoff, cs, aan handen van Jan Schol en zijn vrouw, voor een som van 148 guldens, vrij geld [T0079_INV5_p667].
1758-05-27: Testament van Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Joanna Herwig, legitieme portie;
- zij haar vader Jan Kruis en haar moeder Janna Brouwers, legitieme portie;
- hij zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Jan Schol, enig en universeel erfgenaam;
- alle de linnen en wollen kleren, zilver en goud, tot ieders lichaam gehorende, hetgeen tot zijn lichaam is gehorende aan de erfgenamen van testator, hetgeen tot haar lichaam is gehorende aan de erfgenamen van testatrice;
- het huis, met de landerijen opgaans, thans door haar wordende bewoond en bezeten, met alle de inboedel des huizes, niets daarvan uitgezonderd, zal hebben en behouden, mits in zodane geval, aan de naaste bloedverwanten van hem testator of haar
testatrice, zal uitkeren en betalen, de som van 500 guldens;
- beide aan zijn zus Frederika Schol genaamd, 200 guldens [T0079_INV5_p673].
1758-05-27: Engbert Egbers en zijn vrouw Frederika Schol {schrijffout?}, welke verklaarden in 1757 in erfkoop verkocht te hebben 1,5 akker land opgaans, zijnde buiten wat breder, met het oostere stuk bouwland, en gedeeltelijk onverscheiden met
Pieter Wilh Harwig, met daarop staande huis en timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Haaloversland, westwaarts Berent Engbers Smijt, alsmede de halve grasgoorden, gelegen in Haaloversland, mede onverscheiden met Pieter Wilh Harwig, ten profijte van
Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, voor een som van 1500 guldens [T0079_INV5_p678].
1758-08-11: Hindrik Roelofs Schuirman en zijn vrouw Janna Jansen, welke in erfkoop verkocht te hebben 1,5 hakker hooiland, beginnende met de Oldenweg, tot aan, of met de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Hendrik Arens, westwaarts Koort Harms,
met het maken van een 4e part van de stegendeele en ruimen van de waterstromen, voorts varen en drijven na woestenland gerechtigdheid, ten profijte van Jan Schol en zijn vrouw, voor een som van 405 guldens [T0079_INV5_p706].
1761-04-08: Gerrijt Jansen Fleege, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis een som van 100 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een halve akker boverweges
land, gelegen op de Westere hoeve, onverscheiden met Jan Lukas cs, gelimiteerd oostwaarts Jan Berens Hoff, westwaarts Hindrik ten Caate, cs, voorts 1,5 wand bouwland, gelegen in het zgn Weijde Bartels Geesenland. [T0079_INV6_p125]
1761-07-11: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden op 10 december 1760 verkocht te hebben een halve akker boverweges land, den Vas
akker (?) genaamd, beginnende van de Buiterenweg bovenwaantjen (?), ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 141 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p146]
1761-09-19: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Walters Krol, welke verklaarden op 18 september 1760 3 akkers en op 12 juli 1761 een akker hooiland, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de Dijkck of Aa verkocht te hebben, bij deze
overdracht te doen van haar bovengenoemde 4 akkers hooiland, beginnende van de Oldenweg tot aan de Dijck of Aa, gelegen in de verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts Roeloff Jansen, voorts is gecoriditioneerd dat
de kopers over de verkopers landerijen zullen hebben een vrijen opweg te varen wat zij te varen hebben, en haar vee daar in mogen drijven als het haar zal gelieven, mits de opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol,
dezelver vrouwen, voor een som van 1133 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p157]
1762-09-11: Berent van der Aa en zijn vrouw Hendrikjen Berens Grubbe, welke verklaarden verkocht te hebben 2,5 wand en 8 roeden, roede maat bouwland met de eersten hoek van de opslag, beginnende achter zijn bouwland, tot aan Gerrijt van der Aa
zijn anpart van den opslag, en dan boverwaarts in, een akker van de opslag zijnde op de Oostere twee akkers, in het zgn Pillenland, ten profijte van de E Jan Schol en zijn vrouw voor een som van 116 guldens. [T0079_INV6_p211]
1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Garrijtdina Kruis een som van 1200 guldens, wegens aan de comparanten verstrekte en betaalde penningen, tot ... en
betaling van de verzegeling zo Oortman ten Cate, en Harmannes ten Caate, voorts Henrikus Schoemaker, Grietjen Wijchers, wedw van Roeloff Gerritsen, en Hendrikjesn Gerrits Schuurman, op 14 juli 1763 tot on... laste waren hebbende. Comparanten
stellen hypotheek met onderpand op het huis en schuur, met derzelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en ongeveer een halve akker woestenland in de wester woesten, en dan nog een halve akker turfland, en
een vierendeel akker turfland op de westere hoeve, alles alhier op 't Vriezenveen, voorts alle haren inboedel des huizes, zo van paard, beesten, als anderzins, niets uitgezonderd. [T0079_INV6_p320]
1764-05-24: De E Jan Harmen Costers en zijn vrouw Aleijda Koster, welke verklaarden verkocht te hebben een halve akker hoevenland op de oostere hoeve, alhier op 't Vriezenveen, zo als zij verkopers dezelve op 18 februari 1764 gerechtelijk uit de
boedel van Jan Freriks hebben aangekocht, ten profijte van de E Jan Schol en zijn vrouw, voor een som van 155 guldens. [T0079_INV6_p329]
1765-05-09: Roeloff Wolters Koster en zijn vrouw Jenneken Berens Barkhoff, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben 6 wanden bouwland, alhier op 't Vriezenveen, in het zgn Haaloversland gelegen, ten profijte van Jan Schol, zijn vrouw
Garrijtdina Kruis en kinderen, voor een som van 210 guldens. [T0079_INV6_p401]
1765-05-09: Waander Berens en zijn vrouw Anne Klaassen, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben ruim 4 wanden bouwland, zijnde aan 3 goordens in het zgn Sijmensland gelegen, ten profijte van Jan Schol, zijn vrouw Garrijtdina Kruis en
kinderen, voor een som van 295 guldens. [T0079_INV6_p404]
1765-08-26: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krol, welke verklaarden op 9 augustus 1765, na consent van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie, van hare onnozelen zwager en broer Lukas Wolters Krol, na gepubliceerde kerksprake,
verkocht te hebben 4 akkers hooiland, beginnende van de Buiteren doorgravenen weg, tot aan de Oldenweg, en zal de opweg van de buiteren doorgravenen sloot geheel en al bij het buitere land zijn en blijven in de verkopers landerijen gelegen en
gelimiteerd oostwaarts Jan Lubbersland, westwaarts Roelof Jansen, en maken van de Stegen deele, en ruimen van de water ..., na contingent en zullen de kopers, over de verkopers landerijen een vrijen opweg hebben te varen, wat zij te varen hebben,
en haar vee daarin te mogen drijven, als het hare zal gelieven, te weten 's morgens hene en 's avonds wederom, mits deze opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol, derzelver vrouwen, voor een som van 420 guldens.
[T0079_INV6_p444]
1766-06-14: Jan Scholl en zijn vrouw Gerhardina Cruijs, welke verklaarden in april 1766 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, gelegen op het zgn Haaloversland, op het oostere stukke, zo en als de comparanten voorheen hetzelve van Roelof Wolters
hebben aangekocht, gelimiteerd oostwaarts het zgn Glaese Klaasland en westwaarts de comparanten voornoemd, aan handen van deszelfs broer Jannes Scholl en zijn vrouw Janna Otten, voor een som van 120 guldens [T0079_INV7_p021].
1767-03-28: Henderik Gerritsen Tromp, alias het Junken, en zijn vrouw Lientjen Egberts, welke verklaarden in december 1766 verkocht te hebben het huis met de goorden, daar het huis op is staande, beginnende van deze Kerkweg, zo ver dezelven
omgraven is, en gelegen in en op de landerijen van het zgn Weverspolsland en Jan de Rutersland, ten profijte van Jan Schol en zijn vrouw, voor een som van 100 guldens en 20 stuivers, het sukke de welke door voorschreven Jan Schol, voor haar
rekening aan E Jan Costers, Ootmar ten Cate, Gerrit Costers Engbertz en Jan ten Cate Janz, kooplieden tot Almelo, ingevolge akte van cessie van 18 december 1766 door dezelve eigen handig betekend en de daarbij aangemelde Jan Schol gecedeerd, en
ten vollen voldaan en betaald te zijn [T0079_INV7_p054].
1767-06-23: Engbert Egberts en zijn vrouw Henderica Scholl, welke verklaarden in juni 1767 verkocht te hebben 3,5 wand bouwland roede maat, gelegen in en op de landerijen van ht zgn Haeloversland, op het wester stuk, gelimiteerd oostwaarts Wolter
Lenarts en westwaarts Jan Schol, voor een som van 100 guldens, ten profijte van Jan Scholl en zijn vrouw Gerhardina Cruijs [T0079_INV7_p058].
1768-05-05: Fred Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Crol, voor haar zelfs en alsmede voor deszelfs zwager en broeder, de innocenten, Luicas Crol, welke verklaarden verkocht te hebben haar tezamen in gemeenschap toebehorende landerijen, beginnende
van deze Kerkweg en eindigende tot aan de zgn doorgravenen of buiterenweg, exempt, de goordens, welke van deze Kerkweg, in de gemelde landerijen van de verkoper gelegen en omgraven zijn, tot aan de Waterleijdink, daar buiten bescheiden, behouden
de verkoper over geseijde landerijen, de vrijen op weg langs en tot in de gemelde goordens, te varen en te drijven, heen en wederom, oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts Jan Jansen, cs, voor een som van 650 guldens, ten profijte van Jan Schol
en Jannes Schol en derzelve huisvrouwen [T0079_INV7_p075].
1771-07-04: Frederik Scholten, voor zichzelf en deszelfs dochter Janna Frederixen, de laatste bijgestaan met haar vader Fred Scholten als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Dr en advocaat E Dull, wegens verdient salaris en
verschot in zake van hun comparanten op en tegens Berent Wieggers noe uxous Jenneken Harwig, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende met de Waterleijdink, zo
en als dezelve omgraven zijn, gelimiteerd oostwaarts Jan Broen, cs, en westwaarts de stege zo Jannes en Jan Schol behoort. Kantlijn akte: Op 15 mei 1773 volgens vertoonde handtekening van d Hr Dr en advocaat E Dull, wordt deze akte doorgehaald
[T0079_INV7_p158].
1773-12-11: Jan Schol en zijn vrouw Gerhardina Cruijs, welke verklaarden in 1773 verkocht te hebben een gras en hooiland, gelegen in en op de landerijen van het zgn Sijmensland hen booven, ongeveer lang 200 trat roede maat, westwaarts Jan
Leenders en oostwaarts het zgn Olde Scholsland, ten profijte van Berent Lubberts Smit en zijn vrouw, voor een som van 170 guldens [T0079_INV7_p232].
Oprichter en firmant Scholl, Jansen, Kruys & Co. te St. Petersburg [Rusland] tot 1774.
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 19-11-1757); St. Petersburg [Rusland]; Moskou [Rusland]. | Schol, Jan (I10189)
|
87136 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 40.
1718-08-16: Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Hinrikjen Harmssen, welke verklaarden schuldig te zijn aan de Heren Doctoren Wilhelm van Arnhem en Gerhard Truirniet, en ook Procurator Harrewich, herkomende wegens verdient salaris en verschot,
een som van 60 guldens, alsmede aan Berend Brouwer, de som van 47 guldens, en aan Geesjen Courts, weduwe van wijlen Scholtes Brouwer, een som van 37 guldens, 10 stuivers en 8 penningen, mitsgaders aan Jan Schol, een som van 28 guldens en 7
stuiver, comparanten stellen hypotheek met onderpand op 2 akkeren lands, met het huis daarop staande, gelimiteerd oostwaarts Jan de Ruijter, westwaarts Harmen de Ruijter [T0079_INV4_p121].
1720-03-18: Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Luicas Kosters en zijn vrouw Fenneken Schol, alsmede Procurator Nicolaas Harrewich en zijn vrouw Janna Schol, voorts Jan Gerritsen ten Caate en zijn vrouw Aaltien Schol, nevens
Frederik Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonkman, als alle gezamenlijke kinderen en erfgenamen van wijlen kerkmeester Jan Schol en Jenneken Willemsen, welke verklaarden verkocht te hebben 3 akker tot buijten de Olden kerkweg en van daar
hen buijten wat meer zo het omgraven leijdt, gelimiteerd oostwaarts weduwe Waender Roeleffs, westwaarts Berendt Jansen Olijslaeger, met het huis en 2 schuren te veene, te velde, te heijde, te weijde, te top en te twiegh, met een akker hoevenland,
genaamd Patersland, onverscheiden met verkoper, en dat alle ingevolg opgerichten koopcedel van 13 januari 1719, hetgene daaruit bescheiden is, verkopers hebben bedongen de halve bomen in de plantage of genaamd de Horst aan de dijk zowel hard als
week niets uitgezonderd en zo de vader of de moeder die van nooden hadden tot zijn profijt zal mogen verkopen en anders zullen de 6 andere kinderen de voornoemenden halfscheid tezamen delen naar de grond en de eikels (?) al na de ouders dood bij
koper blijven, voorts heeft vader en moeder bescheiden voor eeuwig en altijd het huis buijten de kerkweg, en zo het mocht gebeuren dat verkopers of de zijne het huis wilden vertimmeren het aan de westkant, 2 voet mogen uitzetten en hen buijten
tot aan de glindt en van voren zo verre dat de weg onbeschadigd blijft, voor een som van 1800 guldens, aan handen van Jan Janssen Scholl en zijn vrouw Jenneken Hinrixen [T0079_INV4_p182].
1720-09-21: Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw Janna Schol, Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Costers en zijn vrouw Fennigien Schol, Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Aaltien Schol en Jan Schol, de rato caverende
voor zijn absente vrouw Jennigien Hinrixen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande aan de buijtere zijde van deze nieuwen kerkweg op de landerijen van Jan Schol, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Waander Roeleffs,
westwaarts de weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager, en dan nog 400 tret roede maat bouwland en 1,5 koeweide gelegen in de landerijen van Albert Raphuijs, gelimiteerd aan de oostzijde Jan Bartels Dodde, westwaarts de Richterije, aan
handen van Frerik Janssen Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonckman, voor een som geld met de inboedel van 780 guldens [T0079_INV4_p211]. | Brouwer, Berend (I21276)
|
87137 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 40.
1744-07-18: Grietjen Jansen Schol, weduwe van Berent Brouwer, bijgestaan met Pr Nicol Harwig als haar voogd, voorts Jan Berents Brouwer en zijn vrouw Mettjen Jansen Schol, welke verklaarden volgens koopcedel van 11 juni 1744 verkocht te hebben
een grasgoorden, gelegen in het zgn Rigtersland, gelimiteerd oostwaarts de grasgoorden van Pieter Wilh Harwig, westwaarts de stege, zo en als zij dezelve van zijn Hoog Graafflijk Excellentie de Heer Graaff van Rechteren hebben aangekocht, ten
profijte van Lukas Berens Brouwer en zijn vrouw Trientjen Jansen, voor een som van 350 guldens [T0079_INV5_p117].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748 [inwonend bij haar zoon Jan]).
NA HET OVERLIJDEN:
1756-06-19: Hoe dat wijlen Berent Jansen Brouwer en Grietjen Jansen Schol op 15 augustus 1740 (!) aan wijlen Jan Freriks zijn kinderen in een erfkoop hadden verkocht 3 vierendeel akker woestenland, gelimiteerd aan de oostzijde de wedw Harmen de
Graaff, cs, en aan de westzijde de tijdelijke kerkmeester, cs, voor een som van 330 guldens, en al... deze Ed Gerigte is geblijkende, dat de volle kooppenningen daarvan door wijlen de koper aan wijlen de verkopers waren voldaan en betaald,
overzulks van deze Ed Gerigte vermits het overlijden van de verkopers voornoemd verzochte dat aan Jan Jansen, als getrouwd aan de dochter van wijlen Jan Freriks, ex officio daarvan te doen gerechtelijke cessie en overdracht, zo is het dat ...
wordt gedaan, en doet kracht dezes [T0079_INV5_p573]. | Schol, Grietjen (I26397)
|
87138 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 40.
Jonker: Woont tussen Lukas Hendriks, oost en Berend Jansen Tutertien, west.
Jonker: Jan Wolters Schmidt is sedert 1707 tot publieke bedieninge van de regenten hier op het Vriezenveen aangesteld als onder anderen tot dijkgraaf en schutter, welke laatste officie altans nog is exercerende dat hij ook nog en hier en buiten
'lands doet dat hij dus niet prodigus (verkwister doorbrengen) is.
1718-12-04: Testament, opgemaakt ten huize van, van Jan Wolters Smidt en zijn vrouw Hinrickjen Berends, beide ziek van lichaam, de laatste bijgestaan met secretaris Jan Derck de Ritter als haar voogd, waarin genoemd:
- beide hun kinderen, met namen Jenneken Jansen, Wolter Janssen Smitd en Jannes Janssen Smidt, als erfgenamen;
- beide de kinderen van Derck Janssen Timmer en zijn vrouw Berendjen Janssen Smidt, genaamd Jan Dercksen en Wolter Dercksen, als erfgenaam;
- beide moeder Berendjen Janssen, van de legitieme portie blijven onbewaard en verders zal Berendjen Janssen de interest trekken van haar kinderen voornoemd zo lange als ongetrouwd zijn [T0079_INV4_p136].
1719-01-27: Jan Harmsen Kluppels en zijn vrouw Mettjen Gerritsen ten Caathe, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Jan Hinrixen Post en zijn vrouw Jenneken Hinrixen Cruis, een som van 700 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand
op de landerijen, beginnende van de Waterleijdik tot hen boovenin, zijnde groot 3 akkeren lands met daarop staande huis en schuur, nevens de eikenboom en zo ook daar bij top en twijg, gelimiteerd oostwaarts Willem Claassen Vos, cs, voorts van de
Waterleijdik hen buijten tot aan de Aa Dijk, zijnde 2,5 akker lands, gelimiteerd oostwaarts Jan Wolters Smidt, westwaarts Gerrit Janssen Soomer. Kantlijn akte: Op 7 mei 1725 hebben Jan Hinrixen Post en Jenneken Hinrixen Cruis hebben aangegeven
dat het bedrag met interest voldaan door Mettien Gerridtsen, weduwe van wijlen Jan Harmssen Kluppels, en waarmee deze akte wordt doorgehaald [T0079_INV4_p140].
1727-09-07: Jan Brouwer en Arent Bartels als door de Hooch Graafflijk Excellentie aangestelde voogden van Jan Wolters Smidt, en Jan Hinriksen van Olde en Koort Hinrixen van Olde als voogden van Henrikien Berendsen, vrouw van gemelde Jan Wolters
Smidt, welke verklaarden verkocht te hebben een akker hooiland in Voss Willemsland gelegen, met het houtgewas daarop is staande, beginnende van de waterleijdik en eindigende tot aan de dijk of Aa, onverscheiden met Jan Grobben, Henrik Gerridts en
Leennart Wolters, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van Engbert Smelt, westwaarts de weduwe van Jan Harmssen Kluppels, ten profijte van Egbert ten Kaathe en zijn vrouw Jenneken Janssen, voor een som van 583 guldens en 3 stuivers [T0079_INV4_p450].
1730-01-06: Jan Wolters Smit en zijn vrouw Henrikien Berendts, bijgestaan met procr Nicolaas Harwig en Adolph Henr Harwig als hun voogden, welke verklaarden schuldig te zijn wegens in goeden gereden geld ontvangen te hebben van Berend ten Caathe
en Arent Bartels als voogden over het onmondige kind van wijlen Henrik ten Caathe en Aaltien Janssen, een som van 325 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op het huis met 2,5 akker land, beginnende van deze nieuwe kerkweg en dat
zover bovenwaarts, noch 2 koeweiden en een stuk goordenland, gelimiteerd oostwaarts Harmen Berendtsen, westwaarts Henrik Gerritsen [T0079_INV4_p527].
Woonde te Vriezenveen (09-04-1694). | Smit, Jan (I20675)
|
87139 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 40/48.
1773-10-01: Copia, alhier geregistreert van het beslotene testament tussen Jan Gerritsen en wijlen zijn vrouw Magdelana Harwig, op 24 april 1755 opgericht en op dato voor het Weledele gerichte van Vriezenveen geapprobeert, ge..n firmeat en
gerotificeert, en zijnde op 1 oktober 1773 ter presentie van de naaste bloedverwanten van gemelde Magdalena Harwig, gerechtelijk geoisiteert geopend en uitgelezen, nadat de zegels ongeschonden bevonden waren, luidende als volgt:
Jan Gerritsen en Magdalena Harwig, beide gezond van lichaam, de laatste haar man het voogdijschap opgezegd hebbende, in deze bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Gerrit Berents en moeder Aaltjen Jansen Feijer, als enige en universele erfgenamen in de legitieme portie;
- zij haar vader Nicolaas Harwig en moeder Johanna Schol, als enige en universele erfgenamen in de legitieme portie;
- elkander op langstlevende;
- beide aan hun naast bloedverwanten ieder voor de halfscheid zullen erven, trekken en genieten, maar de linnen of wollen kleren tot testators of testatricen lichaam behoren zal na afsterven van de 1e door de langstlevende aan de testators of
testatricen naast bloedverwanten worden uitgereikt en getrokken en zal na overlijden van de testatoren door de erfgenamen van dezelve, aan de armen alhier op het Vriezenveen worden uitgereikt en betaald de som van 50 guldens [T0079_INV7_p223].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Schol, Janna (I11042)
|
87140 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 40/51.
1716-06-25: Testament van, ten huize van Hinrik Gerritsen ten Kaathe, hebben bevonden Hinrik Gerritsen ten Caathe voorn, ziek van lichaam, waarin genoemd:
- aan zijn kind Gerrit Hinricksen ten Caathe, alle zijne nalatenschap, zo roerende als onroerende;
- aan zijn broers, met namen Gerrit Gerritsen ten Caathe, Jan Gerritsen ten Caathe en Frerik Gerritsen ten Caathe, en verder zijn halve broer Berendt Gerritsen ten Caathe, tot universele erfgenamen;
- aan Godsarmen alhier, 75 guldens [T0079_INV4_p014].
1720-03-18: Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Luicas Kosters en zijn vrouw Fenneken Schol, alsmede Procurator Nicolaas Harrewich en zijn vrouw Janna Schol, voorts Jan Gerritsen ten Caate en zijn vrouw Aaltien Schol, nevens
Frederik Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonkman, als alle gezamenlijke kinderen en erfgenamen van wijlen kerkmeester Jan Schol en Jenneken Willemsen, welke verklaarden verkocht te hebben 3 akker tot buijten de Olden kerkweg en van daar
hen buijten wat meer zo het omgraven leijdt, gelimiteerd oostwaarts weduwe Waender Roeleffs, westwaarts Berendt Jansen Olijslaeger, met het huis en 2 schuren te veene, te velde, te heijde, te weijde, te top en te twiegh, met een akker hoevenland,
genaamd Patersland, onverscheiden met verkoper, en dat alle ingevolg opgerichten koopcedel van 13 januari 1719, hetgene daaruit bescheiden is, verkopers hebben bedongen de halve bomen in de plantage of genaamd de Horst aan de dijk zowel hard als
week niets uitgezonderd en zo de vader of de moeder die van nooden hadden tot zijn profijt zal mogen verkopen en anders zullen de 6 andere kinderen de voornoemenden halfscheid tezamen delen naar de grond en de eikels (?) al na de ouders dood bij
koper blijven, voorts heeft vader en moeder bescheiden voor eeuwig en altijd het huis buijten de kerkweg, en zo het mocht gebeuren dat verkopers of de zijne het huis wilden vertimmeren het aan de westkant, 2 voet mogen uitzetten en hen buijten
tot aan de glindt en van voren zo verre dat de weg onbeschadigd blijft, voor een som van 1800 guldens, aan handen van Jan Janssen Scholl en zijn vrouw Jenneken Hinrixen [T0079_INV4_p182].
1720-09-21: Procurator Nicolaas Harwig en zijn vrouw Janna Schol, Berendt Brouwer en zijn vrouw Grietien Schol, Harmen Costers en zijn vrouw Fennigien Schol, Jan Gerritsen ten Caathe en zijn vrouw Aaltien Schol en Jan Schol, de rato caverende
voor zijn absente vrouw Jennigien Hinrixen, welke verklaarden verkocht te hebben het huis, staande aan de buijtere zijde van deze nieuwen kerkweg op de landerijen van Jan Schol, gelimiteerd oostwaarts de weduwe van wijlen Waander Roeleffs,
westwaarts de weduwe van wijlen Berendt Janssen Olijslaager, en dan nog 400 tret roede maat bouwland en 1,5 koeweide gelegen in de landerijen van Albert Raphuijs, gelimiteerd aan de oostzijde Jan Bartels Dodde, westwaarts de Richterije, aan
handen van Frerik Janssen Schol en zijn vrouw Geertien Gerritsen Jonckman, voor een som geld met de inboedel van 780 guldens [T0079_INV4_p211].
1751-03-13: Testament van Hermannes Boesschen en zijn vrouw Janna ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- zij haar vader Jan ten Cate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- maken elkaar, enig en universeel erfgenaam;
- hij zijn broers en zussen, Jan, Henrikus en Janna Boeschen, alle zijn metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- zij haar zussen Hindrikjen, Grietjen en Frederika ten Caate, alle haar metten dood na te latene linnen en wollen kleren;
- beide aand e armen alhier op het Vriezenveen, 50 guldens [T0079_INV5_p322].
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 32, nr. 5:
Man : Jan ten Cate.
Vrouw : Aaltjen Scholl.
Kinderen >10 jaar : Jenneken ten Cate, Frederica ten Cate.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : Gradus Gerritsen.
Inwonenden : -.
1753-04-13: Testament van Roeloff Wijchers en zijn vrouw Grietjen ten Caate, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Herwig als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn vader Wijcher Roelofs, legitieme portie;
- zij haar vader Jan ten Caate en haar moeder Aaltjen Jansen Schol, legitieme portie;
- beide elkaar, enig en universeel erfgenaam, doch zo het gebeurde dat een van begin in val geen kind of kinderen mochten verwekken komen te overlijden, en de langstlevende zich wederom in een 2e huwelijk willende begeven, in zonderen val
gehouden zal wezen aan zijn of haar erfgenamen te zullen uitkeren en betalen de som van 150 guldens en de linnen en wollen kleren tot dat overledens lichaam gehorende en zij aldim (?) de langste levende zich in geen (?) 2e huwelijk mochte
begeven, en als zonder kind of kinderen te overlijden willen en begeven hij testator, en zij testatrice dat in zodanen val, hetgene aldaar mocht komen over te schieten, des testator naaste bloedverwanten, en die van de testatrice ieder voor de
halfscheid zullen erven, trekken en genieten;
- beide aan de armen alhier op het Vriezenveen, 15 guldens [T0079_INV5_p401].
1756-02-28: Jan ten Caate en zijn vrouw Aaltjen Schol, welke verklaarden op 25 januari 1742 (!) verkocht te hebben een halve akker hooiland, in het zgn Kroemneusenland gelegen, gelimiteerd oostwaarts de kinderen van Egbert ten Caate, cs,
westwaarts de weduwe Harmen Berents, beginnende van de buitere doorgravenen weg, en eindigende tot aan de dijk of Aa, onverscheiden met Jan Lukas, cs, ten profijte van Hendrik ten Caate en zijn kinderen, voor een som van 210 guldens
[T0079_INV5_p524].
1758-10-07: De Ed Andries ten Cate, koopman to Almelo, welke verklaarde op 29 september 1757 in erfkoop verkocht te hebben 3 akker land opgaans, met het doenmaals daar opstaande huis, schuur en verdere timmeragie, alhier op het Vriezenveen
gelegen, zo en in diervoegen als hij verkoper hetzelve op 18 september 1756 gerechtelijk bij excecutie uit de boedel van Gerrijt Berens ten Cate heeft aan zich gekocht, alsmede de inboedel welke Gerrijt ten Caate alsnog onder de koper Jan Gerrits
ten Caate waren berustende, ten profijte van Jan Gerrits ten Caate en zijn kinderen, voor een som van 1200 guldens [T0079_INV5_p717].
1763-09-17: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen en tezamen mede de rato caverende voor haar ... ... zuster Mettjen
de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, te zamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grobbe, wedw Jan de Ruiter, welke verklaarden in januari 1761 verkocht te hebben 2 akkers lands, met daarop staande huis en timmeragie, met de halve brink, en
houtgewas daarop staande, zo wel de bomen zou haar voor of, in eigendom zijn toebehorende, als die bomen, zo wel (?) Jan G ten Caate, in gemeesnschap zijn hebbende, beginnende van af met deze Kerkweg, en dat bovenwaarts in, zo verre de
Heerlijkheid zich uitstrekt, ten profijte van Aaltjen Faijer, weduwe van wijlen Harmen Egbers en dezelver kinderen, voor een som van 850 guldens. [T0079_INV6_p264]
1773-01-20: Roelof Wiegers, noie uxous zijn vrouw Grieten ten Cate, en Harmannus Boesschen en zijn vrouw Jana ten Cate, mitsgaders Jannes Derksen Feijer, en als vader en wettige voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Henderikjen ten Cate
in echte geprocerreerd, benevens Hinderik ten Cate, de rato caverende voor Grehardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate bij wijlen zijn vrouw Frederica ten Cate in echte verwekt, tezamen kinderen
en erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, welke verklaarden op 28 maart 1772 verkocht te hebben het zgn Busscherland, beginnende van deze nieuwe Kerkweg, en eindigende tot aan de buiteren doorgravenen weg of anders aan Henderik Schoemakersland toe,
exempt de goordens of land, zo voorheen daaruit verkocht zijn, zo en als het wijlen Jan ten Cate in zijn gebruik gehad heeft, gelimiteerd oostwaarts het zgn Paesschensland en westwaarts het zgn Krikken Berentsland, voor een som van 437 guldens,
ten profijte van de koopman Jan Gerritsen en zijn vrouw Magdalena Herwig [T0079_INV7_p197].
1773-01-20: Roeloff Wiegers en zijn vrouw Grieten ten Cate, en Harmannus Boesschen en zijn vrouw Jana ten Cate, mitsgaders Jannes Derksen Feijer, en als vader en wettige voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Henderikjen ten Cate in echte
geprocerreerd, benevens Hinderik ten Cate, de rato caverende voor Grehardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate bij wijlen zijn vrouw Frederica ten Cate in echte verwekt, tezamen kinderen en
erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, welke verklaarden op 28 maart 1772 verkocht te hebben 5 wand roede maat bouwland, gelegen op het zgn Croemenland, zo en als wijlen Jan ten Cate dezelve in het gebruik gehad heeft, gelimiteerd oostwaarts het zgn
Strijkersland en westwaarts het wester stuk van het Croemenland, de 2 eerste wanden voor een som van 40 guldens en de 3 daar aanvolgende voor een som van 150 guldens, tezamen een som van 190 guldens, ten profijte van Gerrit Luicas en Derk Arents
Smit, hare vrouwen en erfgenamen [T0079_INV7_p198].
1773-01-20: Roelof Wiegers en zijn vrouw Grieten ten Cate, en Harmannus Boesschen en zijn vrouw Jana ten Cate, mitsgaders Jannes Derksen Feijer, en als vader en wettige voogd van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Henderikjen ten Cate in echte
geprocerreerd, benevens Hinderik ten Cate, de rato caverende voor Grehardus Rhee, als voogd van Bernardus ten Cate, minderjarige zoon van wijlen Gerrit ten Cate bij wijlen zijn vrouw Frederica ten Cate in echte verwekt, tezamen kinderen en
erfgenamen van wijlen Jan ten Cate, welke verklaarden op 9 april 1772 verkocht te hebben een stuk of hoek gras of hooiland, gelegen op het zgn Croemenland, gelimiteerd oostwaarts het zgn Strijkersland en westwaarts het wester stuk van
Croemenland, voor een som van 100 guldens, ten profijte van Abram Mokkelenkate en zijn vrouw [T0079_INV7_p199].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | ten Cate, Jan (I14710)
|
87141 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 41.
1715-03-06 Sch. [Archief Kruys, blad Oosteinde 13].
1719-02-07: Claas Harmsen en zijn vrouw Jenneken Berendsen, Jan Jansen Kleijne en zijn vrouw Geertjen Berendsen en Berendt Harmsen Berckhoff, en zijn vrouw Jenneken Berends, voorts Jan Quant, en Jan Faeijer {is hij dit?} als voogd over het
onmondige kind van wijlen Berend Berendsen Faaijer, als alle gezamenlijke erfgenamen van wijlen Berend Faaijer en Grietjen Geerts, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akkeren lands, op en daale te veene en te velde te heijden, te weijden, met
top en twijg, met daarop staande huis en timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Hinrik Janssen Faaijer, westwaarts Berend Janssen Teur, aan handen van Egbert Janssen en zijn vrouw Jenneken Hinrixen, voor een som van 300 goudguldens, voorts de
inboedel voor 200 goudguldens [T0079_INV4_p143].
1743-05-26: Testament van Frerik Jansen Feijer en zijn vrouw Hindrina Jansen de Jonge, bijgestaan met Pr Nicol Harwig als hun voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Hindrikjen Brents ten Caate, weduwe van Jan Feijer, legitieme portie;
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam, uitgezonderd de linnen wollen kleren, zo tot beider lichaam behorende die zullen na het overlijden van de eerst stervende door de langstlevende aan zijn of haar erfgenamen worden uitgereikt en
overgegeven;
- beide aan de armen alhier, 50 guldens.
Kantlijn akte: Op 19 augustus 1764 is op verzoek van Frerik Faijer en Hindrina Jansen de Jonge deze akte doorgehaald [T0079_INV5_p078].
Woonde te Vriezenveen (01-06-1684). | Faijer, Jan (I15524)
|
87142 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 41.
1743-05-26: Testament van Frerik Jansen Feijer en zijn vrouw Hindrina Jansen de Jonge, bijgestaan met Pr Nicol Harwig als hun voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Hindrikjen Brents ten Caate, weduwe van Jan Feijer, legitieme portie;
- maken elkaar enig en universeel erfgenaam, uitgezonderd de linnen wollen kleren, zo tot beider lichaam behorende die zullen na het overlijden van de eerst stervende door de langstlevende aan zijn of haar erfgenamen worden uitgereikt en
overgegeven;
- beide aan de armen alhier, 50 guldens.
Kantlijn akte: Op 19 augustus 1764 is op verzoek van Frerik Faijer en Hindrina Jansen de Jonge deze akte doorgehaald [T0079_INV5_p078].
Woonde te Vriezenveen (01-06-1684, 27-08-1748 [inwonend bij haar zoon Fredrik]). | ten Cate, Hendrikjen (I15532)
|
87143 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 41/45/127-128.
Woonde te Vriezenveen (13-01-1812, 04-11-1815, 25-11-1815, 21-07-1816, 03-05-1818 [afwezig]); Vriezenveen, Westeinde 317 (01-10-1819); Vriezenveen (22-07-1820, 07-07-1822); Vriezenveen, Westeinde 317 (10-07-1823); Vriezenveen (27-08-1825,
29-08-1827, 19-12-1829, 13-09-1837, 09-12-1843 [verblijf houdende te Amsterdam]); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (23-05-1845); Vriezenveen (19-12-1845); Vriezenveen, Wijk 5, Westeinde (15-08-1851); Vriezenveen (28-09-1851, 02-02-1856,
15-08-1857); Vriezenveen, 5-nvm (tot 12-08-1862).
1814-07-08: Notaris Warnaars, 1814, nr. 383, kwitantie.
1815-09-08: Notaris Warnaars, 1815, nr. 122, gifte onder de levenden (waaronder halfscheid huis, nr. 317, Westeinde).
1819-11-23: Notaris Warnaars, 1819, nr. 201, publieke verkoop van mobilia.
1820-08-11: Notaris Warnaars, 1820, nr. 131, publieke verkoop van rogge.
1823-12-02: Notaris Warnaars, 1823, nr. 176, niet-verpachting van een wind- en watermolen.
1829-04-16: Notaris Warnaars, 1829, nr. 081, publieke inzate en definitieve toewijzing van vast goed (huis).
1832-11-09: Notaris Warnaars, 1832, nr. 243, contract van ruiling (huis).
1834-04-29: Notaris Warnaars, 1834, nr. 070, volmacht.
1835-02-13: Notaris Van Riemsdijk, 1835, nr. 1934, hypotheek.
1835-06-10: Notaris Warnaars, 1835, nr. 092, borgsom met hypotheek (te Stad Almelo).
Eerst opgeleid voor het timmersvak tot 1804, landbouwer in 1812, koopman in 1816, landbouwer en reizend linnenkoopman te Vriezenveen in 1818, deelgenoot fa. J., W. en H. Harmsen linnenhandelaren te Vriezenveen in 1843, keurnoot in 1809,
grondeigenaar te Vriezenveen, koopman in 1815, landbouwer en koopman in 1818, koopman in 1820/1822-1823/1825/1827/1829/1837/1843/1845/1848/1851/1856, grondeigenaar in 1857/1862.
De Nederlanders en hun kerk in Sint Petersburg, 1704-1927, blz. 32/33:
- Rekening van het 'Magasin Hollandais de J. Harmsen (maison de l'āeglise Hollandaise au pont de police)' voor door de prins van Oranje aangekochte goederen. Handschrift, 29 x 21cm, 1834. Koninklijk Huisarchief, Den Haag.
Na het overlijden van zijn zoon Barend wilde hij de firma, De Affaire in Linnen Tafelgoed etc., van zijn zoon zelf voortzetten.
Jan Harmsen (27 jaar, landbouwer te Vriezenveen) was getuige bij het overlijden van Berendina Jansen (zijn buurmeisje), overleden op 13 januari 1812 te Vriezenveen, waarbij hij verklaarde niet te kunnen schrijven.
Jan Harms Dz. (24 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Fredrik Bokhoeve (onverwant) en Jenneken Jansen (onverwant) en tussen Albertus Companjen (onverwant) en Koerdina Jansen (onverwant) en tussen
Gerhardus Jansen (onverwant) en Janna Hendriks (onverwant), alle drie op 1 april 1812 te Vriezenveen afgesloten.
Jan(nes) Harmszen (29 jaar, kooplui te Vriezenveen, tekend: J. Harmsen Dz.) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Hekhuis (onverwant?) en Jenneken Leenderts (onverwant?), op 1 april 1815 te Vriezenveen afgesloten.
Jan Harmsen Dz. (29 jaar, koopman en landbouwer te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Hendrikus Aman (onverwant?) en Grietjen Tutertjen (onverwant?), op 10 juni 1815 te Vriezenveen afgesloten.
Jan Harmsen Dz. was getuige bij het huwelijk tussen Wicher Harmsen (zijn broer) en Leena Derks.
Jan Harmsen (37 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Gerrit Compagnie (onverwant) en Janna de Bolte (onverwant), op 29-11-1823 te Vriezenveen afgesloten.
Jan Harmsen (39 jaar, koopman te Vriezenveen) was waarschijnlijk getuige bij het huwelijk tussen Albartus Hendriks Companjen (onverwant) en Aaltjen Berkhof (onverwant), op 9 april 1825 te Vriezenveen afgesloten.
Hij, Jan Harmsen, koopman, wonende te Vriezenveen, was mede-aangever van het overlijden van zijn broer Wicher Harmsen op 9 december 1843 te Amsterdam. | Harmsen, Jan (I10004)
|
87144 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47-48.
1744-01-31: Testament, opgemaakt ten huize van Hendrik Braamer, van Grietjen Jansen Schol, zwak van lichaam en bijgestaan met Hendrik Braamer als haar voogd, waarin genoemd:
- haar 3 zussen, met namen Mettjen Jansen Schol, Henderika Jansen Schol en Janna Jansen Schol, enig en universeel erfgenaam;
- haar halve broers, met namen Jan en Jannes Jansen Schol, en halve zus Frederika Jans Schol, ieder een som van 17 guldens, dus samen een som van 51 guldens;
- aan de armen alhier, 5 guldens [T0079_INV5_p107].
1749-12-22: Testament, opgemaakt ten huize van Engbert Egbers, Janna Jansen Schol, zwak van lichaam en bijgestaan met Hindrik Braamhaar als haar voogd, waarin genoemd:
- haar 2 zussen, met namen Mettjen Jansen Schol en Henrika Janasen Schol, enig en universele erfgenamen;
- haar 2 halve broers, met namen Jan en Jannes Jansen Schol, en haar halve zus Frederika Jansen Schol, samen een som van 60 guldens;
- aan de armen alhier, 10 guldens [T0079_INV5_p270].
1761-09-19: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Walters Krol, welke verklaarden op 18 september 1760 3 akkers en op 12 juli 1761 een akker hooiland, beginnende van de Oldenweg, tot aan of met de Dijkck of Aa verkocht te hebben, bij deze
overdracht te doen van haar bovengenoemde 4 akkers hooiland, beginnende van de Oldenweg tot aan de Dijck of Aa, gelegen in de verkoperen landerijen, gelimiteerd oostwaarts Lubbert Jansen, westwaarts Roeloff Jansen, voorts is gecoriditioneerd dat
de kopers over de verkopers landerijen zullen hebben een vrijen opweg te varen wat zij te varen hebben, en haar vee daar in mogen drijven als het haar zal gelieven, mits de opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol,
dezelver vrouwen, voor een som van 1133 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p157]
1761-11-07: Testament van Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn erfgenamen in de legitieme portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij zijn vrouw te verwekken komt te overlijden, zijn moeder Janna Herwig;
- zij haar erfgenamen in de legitieme portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij haar man te verwekken komt te overlijden, haar moeder Jenneken Brouwer;
- hij als enig en universeel erfgenaam zijn lieve vrouw Janna Otten;
- zij als enig en universeel erfgenaam haar lieve man Jannes Schol;
- hij tot zijn erfgenamen van alle de obligatien uitstaande actien en ..., uitgezonderd 800 guldens, zo de langst levende daarvan vooraf zal trekken en genieten, zijn moeder Janna Herwig, en aan zijn zus Frederika Schol de som van 250 guldens te
succederen, erven, trekken en genieten;
- zij tot haar enige en universele erfgenamen van alle de obligatien, uitstaande actie en ..., uitgezonderd 800 guldens, zo de langst levende daarvan vooraf zal trekken en genieten, haar moeder Jenneken Brouwer, en aan haar zus Grietjen Otten,
ieder voor de halfscheid zullen erven, trekken en genieten;
- hij aan zijn moeder Janna Herwig, alle zijn metterdaad te ontruimene en nalatene, zo linnen als wollen kleren, zilver en goud, tot zijn gebruik of lichaam behorende, om na dood van hem te aanvaarden;
- zij aan haar moeder Jenneken Brouwer, alle haar metterdaad te ontruimene en nalatende zo linnen als wollen kleren, zilver en goud tot haar gebruik of lichaam behorende om na dood van haar te aanvaarden;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen ieder de som van 25 guldens, door de langst levende uit de volle obligatien zal worden voldaan. [T0079_INV6_p175]
1762-07-29: Engbert Egbers en zijn vrouw Henderika Jansen Schol, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de Ed Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, de som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand
op het huis, met de gehelen inboedel des huizes, niets uitgezonderd, alsmede een halve akker woestenland, onverscheiden met Berent Lukas cs, nog een halve akker boverweges land, onverscheiden met Pieter Willem Harwig cs, nog een halve akker
boverweges land, onverscheiden met Jan Prinsen cs, en dan nog 3,5 wand bouwland, gelegen in het zgn Haaloversland, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijn akte: Op 23 juni 1767 zijn verschenen Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, welke
verklaarden, uit de verschuldige los te laten zodane 3 wanden en een half wand bouwland, gelegen op 't zgn Haeloversland wordene die aangaande in zoverre en niet verder geroyeerd, welk bouwland op 23 juni 1767 volgens akte van transport aan Jan
Schol zijn verkocht voor een som van 100 guldens, welke penningen Jannes Schol in mindering van deze hypothicatie bij hem zijn ontvangen en heeft daar van op de originele verzegelinge de kwitantie in zoverre getekend.
Kantlijn akte: Op 1 juni 1779 is verschenen Jannes Schol, mede caverende voor zijn vrouw Janna Otten, welke verklaarden de verzegeling van 29 juni 1762 wegens Engbert Egbers aan hem het binnengenoemde kapitaal met de interest ten vollen is
voldaan, waarmee de akte wordt doorgehaald. [T0079_INV6_p202]
1763-10-22: Jannes Freriks en zijn vrouw Metjen Hendriks, welke verklaarden verkocht te hebben een dagwerk hooiland, gelegen in het zgn Bagijnenland, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw Janna Gerrits Otten, voor een som van 118 guldens.
[T0079_INV6_p268]
1765-05-11: Pr Jan Willem Harwig, in qualiteit als gevolmachtigde van Jasper Leenders, luid volmacht alhier vertoond, gezien, gelezen en van waarden erkend, welke verklaarden hoe dat Jasper Leenders voor hem zelfs, en als vader en voogd van zijn
minderjarige meisjen op 29 januari 1765 na voorgane kerksprake en apprabatie van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer, heeft verkocht des comparants Principaals eigen toebehorende akker turfland op de zgn Paterij gelegen en
onverscheiden met de secretaris Nicol Harwig, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 135 guldens. [T0079_INV6_p422]
1765-07-20: Maria van der Aa, weduwe van wijlen Gerrijt de Ruiter, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd in deze, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, na voorafgaande aprobatie en consent van
zijne Hoog Graaffelijke Excellentie als overmombaar Heer en voorafgegane gepubliceerde kerksprake op 17 januari 1765 verkocht te hebben haar en haar kinderen eigen toebehorende grasgoorden, beginnende van de Waterleiding, zo verre omgraven is, in
Berent Engbers Smitsland, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 234 guldens. [T0079_INV6_p433]
1765-08-26: Frerick Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Wolters Krol, welke verklaarden op 9 augustus 1765, na consent van zijn Hoog Graaffelijke Excellentie, van hare onnozelen zwager en broer Lukas Wolters Krol, na gepubliceerde kerksprake,
verkocht te hebben 4 akkers hooiland, beginnende van de Buiteren doorgravenen weg, tot aan de Oldenweg, en zal de opweg van de buiteren doorgravenen sloot geheel en al bij het buitere land zijn en blijven in de verkopers landerijen gelegen en
gelimiteerd oostwaarts Jan Lubbersland, westwaarts Roelof Jansen, en maken van de Stegen deele, en ruimen van de water ..., na contingent en zullen de kopers, over de verkopers landerijen een vrijen opweg hebben te varen, wat zij te varen hebben,
en haar vee daarin te mogen drijven, als het hare zal gelieven, te weten 's morgens hene en 's avonds wederom, mits deze opweg helpende maken, ten profijte van Jan Schol, en Jannes Schol, derzelver vrouwen, voor een som van 420 guldens.
[T0079_INV6_p444]
1766-02-20: Garrijt Lukas en zijn vrouw Janna Arens, welke verklaarden in 1765 verkocht te hebben een wand land, met de gehele opslag daarachter veenewaarts in, gelegen in het zgn Jan Bartels Doddenland, gelimiteerd oostwaarts Mos Arensland,
westwaarts Jannes Schol, cs, ten profijte van Barent Wiggers en zijn vrouw Jennegjen Harwig, voor een som van 100 guldens. [T0079_INV6_p458]
1766-06-14: Jan Scholl en zijn vrouw Gerhardina Cruijs, welke verklaarden in april 1766 verkocht te hebben 3 wanden bouwland, gelegen op het zgn Haaloversland, op het oostere stukke, zo en als de comparanten voorheen hetzelve van Roelof Wolters
hebben aangekocht, gelimiteerd oostwaarts het zgn Glaese Klaasland en westwaarts de comparanten voornoemd, aan handen van deszelfs broer Jannes Scholl en zijn vrouw Janna Otten, voor een som van 120 guldens [T0079_INV7_p021].
1768-05-05: Fred Scholten en zijn vrouw Jaspertjen Crol, voor haar zelfs en alsmede voor deszelfs zwager en broeder, de innocenten, Luicas Crol, welke verklaarden verkocht te hebben haar tezamen in gemeenschap toebehorende landerijen, beginnende
van deze Kerkweg en eindigende tot aan de zgn doorgravenen of buiterenweg, exempt, de goordens, welke van deze Kerkweg, in de gemelde landerijen van de verkoper gelegen en omgraven zijn, tot aan de Waterleijdink, daar buiten bescheiden, behouden
de verkoper over geseijde landerijen, de vrijen op weg langs en tot in de gemelde goordens, te varen en te drijven, heen en wederom, oostwaarts Jan Broens, cs, en westwaarts Jan Jansen, cs, voor een som van 650 guldens, ten profijte van Jan Schol
en Jannes Schol en derzelve huisvrouwen [T0079_INV7_p075].
1771-07-04: Frederik Scholten, voor zichzelf en deszelfs dochter Janna Frederixen, de laatste bijgestaan met haar vader Fred Scholten als haar voogd, welke verklaarde schuldig te zijn aan de Heer Dr en advocaat E Dull, wegens verdient salaris en
verschot in zake van hun comparanten op en tegens Berent Wieggers noe uxous Jenneken Harwig, een som van 80 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op grasgoordens, beginnende van deze Kerkweg en eindigende met de Waterleijdink, zo
en als dezelve omgraven zijn, gelimiteerd oostwaarts Jan Broen, cs, en westwaarts de stege zo Jannes en Jan Schol behoort. Kantlijn akte: Op 15 mei 1773 volgens vertoonde handtekening van d Hr Dr en advocaat E Dull, wordt deze akte doorgehaald
[T0079_INV7_p158].
1777-04-30: Henderik Arentsen Smit en zijn vrouw Fenekien Berents, welke verklaarde schuldig te zijn, wegens verstrekte penningen, herkomstig uit de boedel van wijlen Pieter Willem Harwig en wijlen zijn vrouw Jannes Schol, en aan het kind van
wijlen Jan Schol, genaamd Johanna Freedrica Schol, als erfgenamen van de eerste genoemden, een som van 170 guldens, alsmede aan Henderik Arents en Jan d Graeff wegens aan hun comparanten verstrekte penningen, een som van 200 guldens, en dan nog
aan Bernardus Spijker, wegens verstrekte penningen, een som van 25 guldens, dus te samen een som van 395 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar huizen, verder timmeragie, met de halve brink, mitsgaders 5 wand bouwland met de
opsl..en 2 koeweiden, op het zgn Jan Luijerinkland, alle alhier op het Vriezenveen gelegen [T0079_INV8_p072].
1778-02-09: Pr J W Harwich en Berent Wichers, als voogden van de 2 innocente dochters van wijlen P W Harwich en wijlen Janna Harwich, mitsgaders Wieger Jansen, als volmachtigen van Domn van Druten en zijn vrouw Adolphina Harwich, alsmede Engbert
Engbers en Gerhardus Harwich, als voogden van het dochtertjen van wijlen Jan Schol, in echte geprocereet bij Gerhardina Cruijs, te samen kinderen en erfgenamen van wijlen voorsch P W Harwich en wijlen Janna Harwich, welke verklaarden op 11 april
1777 verkocht te hebben 2 koeweiden in het zgn Dodden en Albersland aldaar, alhier op het Vriezenveen gelegen, zo verre dezelve voorheen door de overledene Harwig en vrouw zijn gepossedeert en bezeten geweest, en dat aan handen van Jannes Scholl
en zijn vrouw, voor een som van 140 guldens [T0079_INV8_p080].
1778-02-09: Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, Engbt Egbers en Gerhardus Harwig, als voogden van het minderjarige dochtertjen van wijlen Jan Schol en Gerridina Kruijs, mitsgaders P J W Harwig en Berent Wichers, als voogden van de 2 innocente
dochters van wijlen Pieter Willem Harwig en wijlen Janna Harwig, alsmede Wieger Jansen, als volmachtigen van Domn Van Druten en Adolphina Herwig, te samen kinderen en erfgenamen van wijlen Pieter Willem Harwig en wijlen Janna Harwig, welke
verklaarden verkocht te hebben op 11 april 1777 vier wanden bouwland, min een quart, gelegen op het zgn Haloversland, aldaar gelegen, ten profijte van Jan Berents Brouwer en zijn vrouw, voor een som van 105 guldens [T0079_INV8_p081vo].
1778-02-09: Jannes Schol, etc [zie vorige akten van 9 februari 1778], verklaarden op 11 april 1777 verkocht te hebben een grasgoorden, gelegen in en op de landerijen van het zgn Dodden en Albersland, in of omtrent de zgn buiterenweg, alhier op 't
Vriezenveen gelegen, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 200 guldens [T0079_INV8_p086vo].
1779-04-21: Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, voorts Berent Wiegers en Pr J W Harwig als volmachtigers van Domns N N van Druten, thans predikant te Venlo, als getrouwd met Adolphina Harwig, mitsgaders de Pr J W Harwig en Berent Wiegers, als
voogden van het dochtertje van wijlen Jan Schol, in echte bij Gerridina Cruijs, genaamd Johanna Schol, mede erfgenaam van dezelfs grootmoeder Johanna Harwig, welke verklaarden dat op 3 juli 1778 ingevolge daarvan opgerichte condities en
voorwaarden na voorafgaande consent, en daarop te verzoeken approbatie van de Hoogheid des Huizes en Heerlijkheid Almelo en Vriezenveen, als over voogd Heer, welke op 17 augustus daar aan volgende door Hooggemelde Hoogheid ten aanzien van de 2
innocente dochters, namelijk Janetje en Pieternella Harwig is worden geapprobeert ten overstaan van dezen Weledelen Gerecht te samen hebben verkocht een en een halve akker lands opgaans, zo bouw als hooiland en voor een groot gedeelte
onverscheiden met de weedw Jan Schol, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, benevens de beide hoven, de een achter het huis en de andere voor het huis, en tegen het huis van de weedw Jan schol voornoemd tot aan de gemenen
Kerkweg gelegen, met het houtgewas daarop staande, n diervoegen als de overleden echtelieden het zelve eigendom hebben gepossedeert en bezeten, benevens het nieuwe op het land staand zo rogge als haver, opgaans en de liggende en staande platen in
het huis, zijnde de voorschreven een en een halve akker lands, bezwaard buiten en behalven de ordinaire lasten, met een extra ordinaire uitgaat den de 2e predikant te Almelo, 's jaarlijks 2,5 spint rogge en het derde jaar 3 spint rogge, daar
benevens hebben de comparanten voornd ... daarbij verkocht de zgn brink op het zgn Haalvoversland met de stege op dito land en het houtgewas daarop staanden, ten profijte van de Edelen koopman Henderik Arents, voor een som van 3550 guldens
[T0079_INV8_p123vo].
1779-05-28: Gerrit ter Brugge en zijn vrouw Eva van der Aa, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jannes Schol en zijn vrouw Johanna Otten en aan Gerridina Cruijs, weedw van wijlen Jan Schol, en deszelfs dochter Johanna Schol, en zulks tezamen
een som van 1300 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar 4 akker lands met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Jan Hopman en westwaarts het zgn Pillenland, alsmede de halve maat
hoogland, gelegen op het zgn agter den Olden weg of daaromtrent beginnende en eindigende tot aan en met de Dijk en de Aa, een akker hoevenland en booverweegsland westers, alsmede een goordentien voor het huis van Berent Luicas op Pillenland, 3
hoekjes goordenland op Pillenland, benevens de halve opslag op voornoemde Pillenland [T0079_INV8_p128].
1782-09-25: Jannes Schol, partner van nichtje (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].
1789-09-19: Testament, opgemaakt ten huize van Klaas Kruijs, van Jenneken Brouwer, vrouw van Hendrik ten Cate, geassisteerd met haar man Hendr ten Cate als haar voogd, waarin genoemd haar 2 dochters Janna, vrouw van Jannes Schol, en Grietjen
Otten, vrouw van Klaas Kruis, uit haar huwelijk met wijlen haar man Gerrit Otten, kinderen van haar dochter Grietjen Otten, waaronder Gerrit Hendrik en Gesiena Julijana Kruis [T0079_INV10_p050vo].
1790-02-16: Testament van Hendrik ten Cate, waarin genoemd Berent ten Cate, de dochter van Melhert Brinkman, de dochter van Egbert Fik, Aaltien Feijijer, kinderen van Aaltien Feijijer, Klaas Klaasen, het zoontjen Berend van Harmanus Hof, zoon
Bernardus van Klaas Kruijs, de vrouw van Jannes Schol [T0079_INV10_p059].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 25-10-1760); St. Petersburg [Rusland]. | Schol, Jannes (I11073)
|
87145 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47-48.
1755-09-27: Testament van Johannes Harwig en zijn vrouw Janna Otten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Petronella Sijbilla, wedw van wijlen Otto Harwig, legitieme portie;
- zij haar moeder Jenneken Brouwer, legitieme portie;
- hij zijn vrouw Janna Otten, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Johannes Harwig, enig en universeel erfgenaam;
- hij het zoontje van Jan Muller, zo verwekt heeft bij Jacomina Harwig, Otto genaamd, 100 guldens [T0079_INV5_p465].
1760-05-21: Jannes Berens Hollander, voor hem zelf en als voogd, benevens Berent Albert Roelofs, over de onmondige kinderen, door wijlen Jannes Berens en Janna Berens Hollander nagelaten, voorts Jannes Berens en Berent Alberts Roelofs als voogd
over de onmodige kinderen zo wijlen Berent Berentsen Hollander bij Berentjen Albers Jonker heeft verwekt, en Brent Berens en Jannes Berens als voogden over het onmodige kind van zo Berent Albert Roelofs bij wijlen zijn vrouw Trientjen Berens
heeft verwekt, en tezamen erfgenamen van wijlen Jan Berens Hollander, welke verklaarden op 26 januari 1760 verkocht te hebben de aangeerfde 2 dagwerken hooiland in het zgn Bagijnenland, onverscheiden met de weduwe Wilem Jansen Heer, Wijcher
Jansen en de kinder van Jannes Berens, aan handen van Janna Ottens, weduwe van wijlen Jannes Herwig, voor een som van 248 guldens. [T0079_INV6_p083]
1761-11-07: Testament van Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn erfgenamen in de legitieme portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij zijn vrouw te verwekken komt te overlijden, zijn moeder Janna Herwig;
- zij haar erfgenamen in de legitieme portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij haar man te verwekken komt te overlijden, haar moeder Jenneken Brouwer;
- hij als enig en universeel erfgenaam zijn lieve vrouw Janna Otten;
- zij als enig en universeel erfgenaam haar lieve man Jannes Schol;
- hij tot zijn erfgenamen van alle de obligatien uitstaande actien en ..., uitgezonderd 800 guldens, zo de langst levende daarvan vooraf zal trekken en genieten, zijn moeder Janna Herwig, en aan zijn zus Frederika Schol de som van 250 guldens te
succederen, erven, trekken en genieten;
- zij tot haar enige en universele erfgenamen van alle de obligatien, uitstaande actie en ..., uitgezonderd 800 guldens, zo de langst levende daarvan vooraf zal trekken en genieten, haar moeder Jenneken Brouwer, en aan haar zus Grietjen Otten,
ieder voor de halfscheid zullen erven, trekken en genieten;
- hij aan zijn moeder Janna Herwig, alle zijn metterdaad te ontruimene en nalatene, zo linnen als wollen kleren, zilver en goud, tot zijn gebruik of lichaam behorende, om na dood van hem te aanvaarden;
- zij aan haar moeder Jenneken Brouwer, alle haar metterdaad te ontruimene en nalatende zo linnen als wollen kleren, zilver en goud tot haar gebruik of lichaam behorende om na dood van haar te aanvaarden;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen ieder de som van 25 guldens, door de langst levende uit de volle obligatien zal worden voldaan. [T0079_INV6_p175]
1762-07-29: Engbert Egbers en zijn vrouw Henderika Jansen Schol, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de Ed Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, de som van 500 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand
op het huis, met de gehelen inboedel des huizes, niets uitgezonderd, alsmede een halve akker woestenland, onverscheiden met Berent Lukas cs, nog een halve akker boverweges land, onverscheiden met Pieter Willem Harwig cs, nog een halve akker
boverweges land, onverscheiden met Jan Prinsen cs, en dan nog 3,5 wand bouwland, gelegen in het zgn Haaloversland, alles alhier op 't Vriezenveen. Kantlijn akte: Op 23 juni 1767 zijn verschenen Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, welke
verklaarden, uit de verschuldige los te laten zodane 3 wanden en een half wand bouwland, gelegen op 't zgn Haeloversland wordene die aangaande in zoverre en niet verder geroyeerd, welk bouwland op 23 juni 1767 volgens akte van transport aan Jan
Schol zijn verkocht voor een som van 100 guldens, welke penningen Jannes Schol in mindering van deze hypothicatie bij hem zijn ontvangen en heeft daar van op de originele verzegelinge de kwitantie in zoverre getekend.
Kantlijn akte: Op 1 juni 1779 is verschenen Jannes Schol, mede caverende voor zijn vrouw Janna Otten, welke verklaarden de verzegeling van 29 juni 1762 wegens Engbert Egbers aan hem het binnengenoemde kapitaal met de interest ten vollen is
voldaan, waarmee de akte wordt doorgehaald. [T0079_INV6_p202]
1763-10-22: Jannes Freriks en zijn vrouw Metjen Hendriks, welke verklaarden verkocht te hebben een dagwerk hooiland, gelegen in het zgn Bagijnenland, ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw Janna Gerrits Otten, voor een som van 118 guldens.
[T0079_INV6_p268]
1772-04-11: Henderik ten Cate en zijn vrouw Jenneken Brouwer, de laatste bijgestaan met Jan Brouwer als haar voogd, beide gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zij maken elkander erfgenaam, 2 akkeren lands met daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie daarop staande en de goordens in Wolter van Uitersland, zo achter als voor het huis van Wolter van Uitert gelegen, en dan nog een anpart in
dezelve goordens zo testatoren van Jannes Holland hebben aangekocht, alsmede nog een goorden gelegen in Pillenland, voor heen aangekocht van wijlen Berent Vos, en een hoekjen grond of goorenland, aangekocht van de weduwe Frederik Feijer, voorts
enige bouwgereedschap, zo van wagens, ploeg, eegeden, daarbij de paarden of paard, zo bij het bouwgereedschap behoord, alsmed de krabben zo paarden als koekrubben, exempt de jacht waege en chaize, voorts de bedden puelwen en kussens;
- beide aan de zoon van Claes Cruijs, genaamd Gerrit Henderik, een som van 300 guldens;
- beide aan de diaconie of armenstaat alhier, 300 guldens;
- beide aan Jan Wolters Brouwer, 200 guldens;
- hij zijn neven Berent Berentsen ten Cate en Bernardus Gerrits ten Cate, enige en universele erfgenamen, mobile als inmobile goederen, linnen en wollen kleren, goud of zilver, en al wat tot zijn lichaam mocht behoren, Berent Berents ten Cate, 2
portien, en Bernardus Gerritsen ten Cate een portie of een gedeelte tegens als Berent Berents ten Cate 2 gedeeltens of portien;
- hij aan de dochter van wijlen Jan Frederix Fronten, genaamd Frederica, tot Amsterdam woonachtig, 150 guldens;
- hij aan het kind van wijlen Egbert Vik, genaamd Lena, 150 guldens, aan het meisje Janna 200 guldens;
- hij aan de kinderen van wijlen Jan Jonker, genaamd Luicas en Armke Jonker, ieder 100 guldens;
- hij aan de dochter van Melchert Brinkman, Aeltien genaamd, 300 guldens;
- hij aan de vrouw van Claas Cruijs, genaamd Grietjen Otten en aan haar 3 kinderen, genaamd Jan, Johannes en Gradus Cruijs, ieder 50 guldens, tezamen 200 guldens;
- hij aan Aeltien Gerrits Feijer, wedw van wijlen Harmen Egbers Meijer, en aan haren zoon Claas Claesen, ieder 75 guldens, tezamen 150 guldens;
- hij aan zijn zus Frederica ten Cate, vrouw van Gradus Rhee, 150 guldens;
- hij aan de vrouw van Jannes Scholl, genaamd Janna Otten, 50 guldens;
- zij aan haar beide dochters, met namen Janna Otten, getrouwd met Jannes Scholl, en Grietjen Otten, getrouwd met Claas Cruijs, enige en universele erfgenamen, vaste en mobile goederen, linnen en wollen kleren, en wat verder tot haar lijf mocht
hebben behoord, alsmede het zilver of goud van haar testatrice. Kantlijn akte: Bij niet vermelde datum wordt dit testament doorgehaald [T0079_INV7_p171].
1782-09-25: Janna Otten, nichtje (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].
1789-09-19: Testament, opgemaakt ten huize van Klaas Kruijs, van Jenneken Brouwer, vrouw van Hendrik ten Cate, geassisteerd met haar man Hendr ten Cate als haar voogd, waarin genoemd haar 2 dochters Janna, vrouw van Jannes Schol, en Grietjen
Otten, vrouw van Klaas Kruis, uit haar huwelijk met wijlen haar man Gerrit Otten, kinderen van haar dochter Grietjen Otten, waaronder Gerrit Hendrik en Gesiena Julijana Kruis [T0079_INV10_p050vo].
1800-06-20: Den 20 juni 1800 heeft de wedw wijlen Jannes Schol in den 50sten pennink aangegeven de erfenis van haar wijlen man op haar gedevolveerd in het midden van de maand mei, bestaande in de volgende vaste goederen: een half huis en halve
schuur, 2 dagwerk hoogland in Schuurmansland, 2 dagwerk in Bagienenland, 5 vierendeel woestenland, dagwerk goordenland, 2 koeweiden, het 20ste part van 5 vierendeel goordenland, het 20ste part van 3/4 deel woestenland, het 20ste part van
enige broekenland, akker hoevenland op de Paterie, 1/24 deel dit hoevenland westert, 2 wand bouwland op Roeloff Smeltsland, 1 dit op Pilenland, 1 dito op Albersland, 1 dito op Haloversland, goorden op Albersland, 1/4 part van de steege
tegen de goorden, part van de brink en enige wilgenbomen [T003.1_INV5711/T0079_INV45].
1807-02-22: Op 22 februari 1807 is verschenen Janna Otten, laatst wedw van Jannes Schol, geadsisteert met Nicolaas Harwig als haar voogd, de welke verklaarde na zeer rijpen beraade uit hoofde hare hoge jaren en zwakke lichaams krachten, te hebben
besloten alle hare vaste en mobilaire goederen achtien en crediten bij dezen te transporteren en in vole eigendom over te geven, gelijk zij comprante dat in en bij dezen met alle der zelver rechten en gerechtigdheden lusten en lasten onder
renanciatie van alle tegestrijdigen aceptien regtens, aan haar volle neven en nchten, als Jan Kruijs, Grhardus Kruijs, Johanna Kruijs en Jesina Juliana Kruijs op voorwaarden als volgens: eerstens bedingd zij comprante van haar voorzeide neven en
nichten dat zij haar gedurende haren leeftijd behoorlijk zullen huisvesten en in het kost dran, klederen, etc onderhouden, tweedens dat zij haar bij ziekte of ander ongeluk in allen op zicht de behulpzaame hand zullen bieden en van alle
noodzaakelijkheeden verzorgen en derdens dat wanner zij comprante van hier zal zijn gescheiden als dan haare voorn neven en nichten of der zelver erfgenamen zullen zorgen dat haar lichaam behoorlijk ter aarde worde besteld en alle de dooden
andere schulden worden voldaan. Hierop verschenen Jan Kruijs, prose en namens zijn broeder Gerhardus Kruijs, en JOhanna Kruijs, geadsisteert met Hendk Boesschen en Jesina Juliana Kruijs, geadsisteert met Jannes Bom, biede als haare mombaars in
dezen zeggende alle de vaste en mobilaire goederen achtien en crediten op voorw conditien op heeden over te nemen en de in eigendom te aanvaarden ..iptelijk aan het daarvoor door hare tante bedongenen te zullen voldoen, alles onder verband als
naar rechten [T0079_INV15].
1807-03-02: Op 2 maart 1807 hebben J H Dikkers, schultus van Vriezenveen, ten verzoeke van Janna Otten, laatst weduwe van Jannes Schol, ter eener en de nagelatene kinderen door wijlen Claas Kruijs en wijlen deszelfs huisvrouw Grietjen Otten, ter
andere zijde, contractanten volgens acte in dato 22 febr 1805 door hun lieden voor desen gerichte van Vriezenveen gepasseert op de eed bij den aanvang mijner bediening gedaan, getacixeert de hier onder gespecificeerde vaste en mobile goederen van
Janna Otten, laast weduwe van Jannes Schol voornaemt zijnde mij dezelven door twee haarer naaste deskundige nabuuren Niclaas Harwig en Jan ten Cate aangewesen en der zelver presumptieren waarde voorgesteld, en dewelke wij waardig hebben
geoordeelt als hier navolgende is geexpresseert, conform de ordonnantie op het regt van successie bepaald, eerstens, de vaste goederen: no 1 een huis en schuur staande op de St. Crusen Vicarge, getauxeert op 400-0-0, no 2 t/m 10: diverse percelen
land, tweedens de mobile goederen: no 1 een glase kast met eenig tin en koperwerk, getauxeert op 20-0-0, no 2 t/m 18 diverse persoonlijke spullen [T0079_INV15].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 27-07-1755, 25-10-1760, tot 09-09-1815). | Otten, Janna (I11075)
|
87146 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47-48.
In 1748 woonde hij bij zijn moeder. Jannes en zijn vrouw kochten op 11 augustus 1758 voor 405 caroli gulden 1 akkter hooiland aan de oostzijde grenzend aan Hendrik Arends en aan de westkant aan Koert Harms. Hij handelde in Rusland. Op 21 mei
1760 kocht 'Janna Otten, wed. van Jannes Harwig voor 248 gulden 2 dagwerken hooiland in het zgn. Bagijnenland'.
1755-09-27: Testament van Johannes Harwig en zijn vrouw Janna Otten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Petronella Sijbilla, wedw van wijlen Otto Harwig, legitieme portie;
- zij haar moeder Jenneken Brouwer, legitieme portie;
- hij zijn vrouw Janna Otten, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Johannes Harwig, enig en universeel erfgenaam;
- hij het zoontje van Jan Muller, zo verwekt heeft bij Jacomina Harwig, Otto genaamd, 100 guldens [T0079_INV5_p465].
1758-08-11: Hindrik Roelofs Schuirman en zijn vrouw Janna Jansen, welke in erfkoop verkocht te hebben een halve akker hooiland, beginnende van de Oldenweg, tot aan ofmet de dijk of Aa, gelimiteerd oostwaarts Hindrik Arens, westwaarts Koort Harms,
met het maken van een 4e part van de stegen deele, en ruimen van waterstromen, voorts varen en drijven na woestenland gerechtigdheid, ten profijte van Johannes Harwig en zijn vrouw Janna Otten, voor een som van 405 guldens [T0079_INV5_p704].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 27-07-1755); St. Petersburg [Rusland].
Na overlijden:
1760-05-21: Jannes Berens Hollander, voor hem zelf en als voogd, benevens Berent Albert Roelofs, over de onmondige kinderen, door wijlen Jannes Berens en Janna Berens Hollander nagelaten, voorts Jannes Berens en Berent Alberts Roelofs als voogd
over de onmodige kinderen zo wijlen Berent Berentsen Hollander bij Berentjen Albers Jonker heeft verwekt, en Brent Berens en Jannes Berens als voogden over het onmodige kind van zo Berent Albert Roelofs bij wijlen zijn vrouw Trientjen Berens
heeft verwekt, en tezamen erfgenamen van wijlen Jan Berens Hollander, welke verklaarden op 26 januari 1760 verkocht te hebben de aangeerfde 2 dagwerken hooiland in het zgn Bagijnenland, onverscheiden met de weduwe Wilem Jansen Heer, Wijcher
Jansen en de kinder van Jannes Berens, aan handen van Janna Ottens, weduwe van wijlen Jannes Herwig, voor een som van 248 guldens. [T0079_INV6_p083] | Harwig, Jannes (I11076)
|
87147 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47.
1743-01-10: Ad Henr Harwig en zijn vrouw Berentjen Waanders, tutore marito en als vader en voogd van zijn minderjarige dochter Stientjen, voorts Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Johanna Harwig, Grietjen Jansen, wed Nicol Harwig, bijgestaan met Ad
Henr Harwig als haar voogd, Egbert Harms en zijn vrouw Hindrikjen Jansen Kleijne, Berent Harms zijn vrouw Engeltjen Egbers Braamer, Jannes Harms zijn vrouw Hindrikjen Hindriks Bramer, en mede voor haar broer Hindrik Harms, voorts Klaas Hindriks
Braamer zijn vrouw Harmtjen Jansen, Hindrik Hindriks Braamer zijn vrouw Hindrikjen Engbers, Wolter Hendriks Bramer zijn vrouw Janna Eevers Costers, en Frerick Scholten zijn vrouw Jaspertjen Crol, en Luicas Crol voor zijn broer Hendrik Crol, alles
bijgestaan met haar man als hare voogden, en erfgenamen van wijlen Jan Crol en Mettjen Jans Fronten, welke verklaarden verkocht te hebben 2 akker boverwegesland alhier op het Vriezenveen, gelimiteerd oostwaarts de wed Jan Brouwer, cs, westwaarts
Leenart Wolters, cs, ten profijte van Jan Jansen Graaff en zijn vrouw, voor een som van 416 guldens [T0079_INV5_p075].
1758-05-27: Testament van Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Joanna Herwig, legitieme portie;
- zij haar vader Jan Kruis en haar moeder Janna Brouwers, legitieme portie;
- hij zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Jan Schol, enig en universeel erfgenaam;
- alle de linnen en wollen kleren, zilver en goud, tot ieders lichaam gehorende, hetgeen tot zijn lichaam is gehorende aan de erfgenamen van testator, hetgeen tot haar lichaam is gehorende aan de erfgenamen van testatrice;
- het huis, met de landerijen opgaans, thans door haar wordende bewoond en bezeten, met alle de inboedel des huizes, niets daarvan uitgezonderd, zal hebben en behouden, mits in zodane geval, aan de naaste bloedverwanten van hem testator of haar
testatrice, zal uitkeren en betalen, de som van 500 guldens;
- beide aan zijn zus Frederika Schol genaamd, 200 guldens [T0079_INV5_p673].
1761-11-07: Testament van Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn erfgenamen in de legitieme portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij zijn vrouw te verwekken komt te overlijden, zijn moeder Janna Herwig;
- zij haar erfgenamen in de legitieme portie, bij aldien zonder kind of kinderen bij haar man te verwekken komt te overlijden, haar moeder Jenneken Brouwer;
- hij als enig en universeel erfgenaam zijn lieve vrouw Janna Otten;
- zij als enig en universeel erfgenaam haar lieve man Jannes Schol;
- hij tot zijn erfgenamen van alle de obligatien uitstaande actien en ..., uitgezonderd 800 guldens, zo de langst levende daarvan vooraf zal trekken en genieten, zijn moeder Janna Herwig, en aan zijn zus Frederika Schol de som van 250 guldens te
succederen, erven, trekken en genieten;
- zij tot haar enige en universele erfgenamen van alle de obligatien, uitstaande actie en ..., uitgezonderd 800 guldens, zo de langst levende daarvan vooraf zal trekken en genieten, haar moeder Jenneken Brouwer, en aan haar zus Grietjen Otten,
ieder voor de halfscheid zullen erven, trekken en genieten;
- hij aan zijn moeder Janna Herwig, alle zijn metterdaad te ontruimene en nalatene, zo linnen als wollen kleren, zilver en goud, tot zijn gebruik of lichaam behorende, om na dood van hem te aanvaarden;
- zij aan haar moeder Jenneken Brouwer, alle haar metterdaad te ontruimene en nalatende zo linnen als wollen kleren, zilver en goud tot haar gebruik of lichaam behorende om na dood van haar te aanvaarden;
- beide aan de armen alhier op 't Vriezenveen ieder de som van 25 guldens, door de langst levende uit de volle obligatien zal worden voldaan. [T0079_INV6_p175]
1764-10-06: Mechelina van Olde, weduwe van Berent Gerrits, bijgestaan met Hermannus Gerrits als haar voogd in deze, welke verklaarden wegens een verzegelinge van 10 december 1757, zo door deze worden vernietigd, en schuldig te wezen aan de E
Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Janna Harwig, een som van 250 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis met de halve goorden daar achter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Berent Engbers Smit, voorts een
halve akker hoeve land, zijnde het ene vierendeel akker onverscheiden met de kinder van Roeloff Gerrits en de andere vierendeel akker onverscheiden met Henrikus Post, cs, en dan nog een halve akker woesten land, zijnde het ene vierendeel akker
onverscheiden met Mettjen de Ruiter, cs, en de andere vierendeel onverscheiden met Jannes Prinsen, cs, alles alhier op 't Vriezenveen gelegen. Kantlijk akte: Op 9 juli 1799 verscheen Joh Engbers, caverende voor zijn absente broer Jan Engbers als
voogden over de onmondige kinderen van wijlen Pieter Wilem Harwig, verklarende tegenstaande verzegelinge ten vollen zijn voldaan en verzoekende dat deze akte wordt geroyeerd. [T0079_INV6_p363]
1779-04-21: Jannes Schol en zijn vrouw Janna Otten, voorts Berent Wiegers en Pr J W Harwig als volmachtigers van Domns N N van Druten, thans predikant te Venlo, als getrouwd met Adolphina Harwig, mitsgaders de Pr J W Harwig en Berent Wiegers, als
voogden van het dochtertje van wijlen Jan Schol, in echte bij Gerridina Cruijs, genaamd Johanna Schol, mede erfgenaam van dezelfs grootmoeder Johanna Harwig, welke verklaarden dat op 3 juli 1778 ingevolge daarvan opgerichte condities en
voorwaarden na voorafgaande consent, en daarop te verzoeken approbatie van de Hoogheid des Huizes en Heerlijkheid Almelo en Vriezenveen, als over voogd Heer, welke op 17 augustus daar aan volgende door Hooggemelde Hoogheid ten aanzien van de 2
innocente dochters, namelijk Janetje en Pieternella Harwig is worden geapprobeert ten overstaan van dezen Weledelen Gerecht te samen hebben verkocht een en een halve akker lands opgaans, zo bouw als hooiland en voor een groot gedeelte
onverscheiden met de weedw Jan Schol, met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, benevens de beide hoven, de een achter het huis en de andere voor het huis, en tegen het huis van de weedw Jan schol voornoemd tot aan de gemenen
Kerkweg gelegen, met het houtgewas daarop staande, n diervoegen als de overleden echtelieden het zelve eigendom hebben gepossedeert en bezeten, benevens het nieuwe op het land staand zo rogge als haver, opgaans en de liggende en staande platen in
het huis, zijnde de voorschreven een en een halve akker lands, bezwaard buiten en behalven de ordinaire lasten, met een extra ordinaire uitgaat den de 2e predikant te Almelo, 's jaarlijks 2,5 spint rogge en het derde jaar 3 spint rogge, daar
benevens hebben de comparanten voornd ... daarbij verkocht de zgn brink op het zgn Haalvoversland met de stege op dito land en het houtgewas daarop staanden, ten profijte van de Edelen koopman Henderik Arents, voor een som van 3550 guldens
[T0079_INV8_p123vo].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Harwig, Janna (I11072)
|
87148 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47.
1758-05-27: Testament van Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Joanna Herwig, legitieme portie;
- zij haar vader Jan Kruis en haar moeder Janna Brouwers, legitieme portie;
- hij zijn vrouw Gerrijtdina Kruis, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Jan Schol, enig en universeel erfgenaam;
- alle de linnen en wollen kleren, zilver en goud, tot ieders lichaam gehorende, hetgeen tot zijn lichaam is gehorende aan de erfgenamen van testator, hetgeen tot haar lichaam is gehorende aan de erfgenamen van testatrice;
- het huis, met de landerijen opgaans, thans door haar wordende bewoond en bezeten, met alle de inboedel des huizes, niets daarvan uitgezonderd, zal hebben en behouden, mits in zodane geval, aan de naaste bloedverwanten van hem testator of haar
testatrice, zal uitkeren en betalen, de som van 500 guldens;
- beide aan zijn zus Frederika Schol genaamd, 200 guldens [T0079_INV5_p673].
1761-04-08: Gerrijt Jansen Fleege, welke verklaarden wegens ontvangen penningen schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Gerrijtdina Kruis een som van 100 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een halve akker boverweges
land, gelegen op de Westere hoeve, onverscheiden met Jan Lukas cs, gelimiteerd oostwaarts Jan Berens Hoff, westwaarts Hindrik ten Caate, cs, voorts 1,5 wand bouwland, gelegen in het zgn Weijde Bartels Geesenland. [T0079_INV6_p125]
1764-05-11: Waander Wijchers en zijn vrouw Jenneken Harwig, welke verklaarden schuldig te zijn aan de E Jan Schol en zijn vrouw Garrijtdina Kruis een som van 1200 guldens, wegens aan de comparanten verstrekte en betaalde penningen, tot ... en
betaling van de verzegeling zo Oortman ten Cate, en Harmannes ten Caate, voorts Henrikus Schoemaker, Grietjen Wijchers, wedw van Roeloff Gerritsen, en Hendrikjesn Gerrits Schuurman, op 14 juli 1763 tot on... laste waren hebbende. Comparanten
stellen hypotheek met onderpand op het huis en schuur, met derzelver 2 akkers lands opgaans, gedeeltelijk onverscheiden met Egbert Schuirman, en ongeveer een halve akker woestenland in de wester woesten, en dan nog een halve akker turfland, en
een vierendeel akker turfland op de westere hoeve, alles alhier op 't Vriezenveen, voorts alle haren inboedel des huizes, zo van paard, beesten, als anderzins, niets uitgezonderd. [T0079_INV6_p320]
1765-05-09: Roeloff Wolters Koster en zijn vrouw Jenneken Berens Barkhoff, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben 6 wanden bouwland, alhier op 't Vriezenveen, in het zgn Haaloversland gelegen, ten profijte van Jan Schol, zijn vrouw
Garrijtdina Kruis en kinderen, voor een som van 210 guldens. [T0079_INV6_p401]
1765-05-09: Waander Berens en zijn vrouw Anne Klaassen, welke verklaarden in maart 1765 verkocht te hebben ruim 4 wanden bouwland, zijnde aan 3 goordens in het zgn Sijmensland gelegen, ten profijte van Jan Schol, zijn vrouw Garrijtdina Kruis en
kinderen, voor een som van 295 guldens. [T0079_INV6_p404]
1776-11-22: Testement van Hinderik Hinderiksen Arentsen en zijn vrouw Gesina ten Cate, bijgestaan met Gerrit Hinderik Eshuijs als haren voogd, beide gaande en staande en gezond van lichaam, waarin genoemd:
- zijn grootmoeder Janna Brouwer, wedw Cruijs, 1200 guldens, en bij haar overlijden aan de 4 kinderen van wijlen Jan Cruijs, namenlijk Jan Henderik Prinsen, getrouwd met Berendina Cruis, Gesina Cruis, wedw van wijlen Luicas Fronten, Gerridina
Cruis, wedw van wijlen Jan Schol, en Claes Cruis
- Berendina Cruis, vrouw van Jan Hinderik Prinsen, legitieme portie;
- haar vader Jasper ten Caete, legitieme portie;
- aan de diaconie van Vriezenveen, 150 guldens;
- aan de kerk te Vriezenveen, 150 guldens [T0079_INV8_p051vo].
1779-05-28: Gerrit ter Brugge en zijn vrouw Eva van der Aa, welke verklaarden schuldig te zijn aan Jannes Schol en zijn vrouw Johanna Otten en aan Gerridina Cruijs, weedw van wijlen Jan Schol, en deszelfs dochter Johanna Schol, en zulks tezamen
een som van 1300 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar 4 akker lands met het daarop staande huis, schuur en verdere timmeragie, gelimiteerd oostwaarts Jan Hopman en westwaarts het zgn Pillenland, alsmede de halve maat
hoogland, gelegen op het zgn agter den Olden weg of daaromtrent beginnende en eindigende tot aan en met de Dijk en de Aa, een akker hoevenland en booverweegsland westers, alsmede een goordentien voor het huis van Berent Luicas op Pillenland, 3
hoekjes goordenland op Pillenland, benevens de halve opslag op voornoemde Pillenland [T0079_INV8_p128].
1782-09-25: Gesiena Kruijs, nichtje (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].
1782-09-25: Gerridiena Kruijs, nichtje (Testament Gerrit Brouwer) [Toeg079_Inv9].
1783-06-28: Gerheerdienae Cruijs, moeder (Testament Jan Engbers en Johanna Schol) [Toeg079_Inv9].
1784-07-02: Harmannus Harms en zijn vrouw Gesina Brouwres, verklaarden wegens opgenomen penningen schuldig te zijn aan Jurffr Gerridina Kruijs, wedw Jan Scholl een som van 195 guldens, comparanten stellen hypotheek met onderpand op haar halve
huis met een part van de brink en een koeweide en 2 gaardens achter de Waeterleiding alsmede een gaarden achter het huis, alle staande en gelegen op het land van Henr Bramer, gelimiteerd oostwaarts Gerrit Lucas Hols en westwaarts Jannes Vetker,
het voorn halve huis zijnde de westkante en onverscheiden met Spijker [T0079_INV9_p095].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748, 19-11-1757). | Kruijs, Gerritdina (I10190)
|
87149 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47.
In januari 1727 verkocht Berends Roelofs aan Otto Harwig en Jan Schol zijn akkerland beginnende aan den Olden weg en eindigde aan den Dijck voor het bedrag van 360 Carolus gulden en 10 stuiver. Otto kocht op 10 december 1747 een dagwerk hooiland
in het zgn. Bagijenland, oostwaarts de Rigterije en westwaarts Willem Bramer (Rechterlijk archief Vriezenveen).
1747-12-10: Frederica Gerrits Smelt, weduwe van Henricus Hendriks, zo voor haar zelf en als moeder en wettige voogd van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde op 30 september 1747 verkocht
heeft een dagwerk hooiland, gelegen in het zgn Bagijnenland, gelimiteerd oostwaarts de Rigterije, westwaarts Willem Braamer, ten profijte van Otto Harwig en zijn vrouw, voor een som van 106 guldens [T0079_INV5_p217].
Hij bezat een "gaarden" (tuinland, moesgrond) gelegen in de landerijen van Willem Bramer, gepacht van de Heer van Almelo en Vriezenveen, voor 5 Carolus gulden en 10 stuiver per jaar.
Woonde te Vriezenveen, Heilige Cruses Vicarie (1748). | Harwig, Otto (I11079)
|
87150 |
Zie: Vriezenveners in Rusland door D.G. Harmsen, 2e druk, blz. 47.
Volkstelling 27 augustus 1748 te Vriezenveen, blz. 22, nr. 7
Man : -.
Vrouw : Weed. Otto Harwig.
Kinderen >10 jaar : Johannes Harwig, Josina Harwig.
Kinderen <10 jaar : -.
Dienstboden : -.
Inwonenden : -.
1755-09-27: Testament van Johannes Harwig en zijn vrouw Janna Otten, beide gezond van lichaam, de laatste bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, waarin genoemd:
- hij zijn moeder Petronella Sijbilla, wedw van wijlen Otto Harwig, legitieme portie;
- zij haar moeder Jenneken Brouwer, legitieme portie;
- hij zijn vrouw Janna Otten, enig en universeel erfgenaam;
- zij haar man Johannes Harwig, enig en universeel erfgenaam;
- hij het zoontje van Jan Muller, zo verwekt heeft bij Jacomina Harwig, Otto genaamd, 100 guldens [T0079_INV5_p465].
Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). | Sibelius, Petronella (I14550)
|
|
|
|