Gezin: Harm Otter / Geertruij Jongman (F9169)

getr. 22 apr 1916


Gezinsinformatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Alles    |    PDF

  • Harm OtterEchtgenoot | Mannelijk
    Harm Otter

    Geboren  04 jan 1893  Vriezenveen, Vriezenveen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie HLD verordeningen  Datum  Plaats 
    Gedoopt  18 jun 1893  Vriezenveen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie Gedoopt (HLD)     
    Overleden  na 1923    Begiftigd (HLD)     
    Begraven      Verzegeld ouders (HLD)     
    Getrouwd  22 apr 1916  [1]  Vriezenveen  [1] Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie Verzegeld partner (HLD)     
    Gescheiden  13 jun 1923  [2]  Arrondissementsrechtbank, Almelo  [2] Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie
    Type  Wettelijk 
    Vader  Roelof Otter | F7341 Gezinsblad 
    Moeder  Hilligje Schonewille | F7341 Gezinsblad 

    Geertruij JongmanEchtgenote | Vrouwelijk
    Geertruij Jongman

    Geboren  25 sep 1898  Stad Vollenhove Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie HLD verordeningen  Datum  Plaats 
    Gedoopt      Gedoopt (HLD)     
    Overleden  na 1923    Begiftigd (HLD)     
    Begraven      Verzegeld ouders (HLD)     
    Vader  Arend Jongman | F9170 Gezinsblad 
    Moeder  Tonia van der Woude | F9170 Gezinsblad 

  • Aantekeningen  Gescheiden:
    • Op heden den negen en twintigsten october negentienhnderd drie en
      twintig is door mij Johannes Conradus Bouwmeester, Ambtenaar van den
      Burgerlijken Stand der Gemeente Vriezenveen ingeschreven ten verzoeke
      van Geertrui Jongman, zonder beroep wonende te Ambt Hardenberg, gehuwd
      met Harm Otter veenarbeider wonende te Ambt Hardenberg, een bij exploit
      van den deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank te Almelo Hendrik
      Jan Plaggemars op den zeven en twintigsten dezer maand beteekend en ter
      inschrijving in de registers van den Burgerlijken Stand overgelegd
      afschrift van een vonnis der Arrondissements Rechtbank te Almelo van den
      dertienden Juni negentienhonderd drie en twintig waarbij is verklaard
      dat het huwelijk tusschen Harm Otter en Geertrui Jongman op den twee en
      twintigsten April negentien honderd en zestien alhier voltrokken, door
      echtscheiding is ontbonden.
      Dit vonnis is op den twaalfden Juli negentienhonderd drie en twintig
      aan den gedaagde beteekend en openbaar gemaakt in de Nederlandsche
      Staatscourant van den dertienden Juli negentienhonderd twee en twintig.
      Tevens is hierbij overgelegd eene verklaring van den Griffier der
      Arrondissements Rechtbank te Almelo van den zestienden october negentien
      honderd drie en twintig houdende de verklaring dat thans door geen
      wettig middel meer tegen bovengemeld vonnis kna worden opgekomen.
      Meer gemeld vonnis luid als volgt:
      In naam der Koningin, De Arrondissements Rechtbank te Almelo rechtdoende
      in Burgerlijke en Handelszaken heeft gewezen het navolgende vonnis,
      inzake tusschen:
      Geertrui Jongman rechtens wonende te Ambt Hardenberg verblijf houdende
      tw Zwolle eischeres bij exploit van dagvaarding d.d. 19 Mei 1923, ten
      deze gratis procedeerende ingevolge beschikking dezer Rechtbank d.d. 11
      October 1922 hebbende tot procureur Mr. G.J. Sijbrandij en Harm Otter
      wonende te Ambt Hardenberg gedaagde bij gemeld exploit van dagvaarding
      defailant. De Rechtbank gehoord de eischeres, gehoord de Officier van
      Justitie concludeert dat de Rechtbank op grondeigenaar van de gestelde
      kwaadwillige verlating de echtscheiding tusschen partijen zal uitspreken
      met toewijzing der vordering tot levensonderhoud en met veroordeeling
      van den gedaagde in de kosten van dit geding. Gezien de stukken.
      Ten aanzien van de feiten: Overwegende dat eischeres stellende dat zij
      en de gedaagde op den 22 April 1916 te Vriezenveen zijn gehuwd; dat uit
      dit huwelijk geen kinderen zijn geboren; dat gedaagde staande huwelijk
      overspel heeft gepleegd; dat eischeres met gedaagde laatstelijk
      gemeenschappelijk heeft gewoond in de gemeente Vriezenveen; dat gedaagde
      de gemeene woonplaats welke eischeres aldaar met hem had, voor meer dan
      vijf jaren en zonder wettige oorzaak en zonder eenigen grondeigenaar,
      derhalve kwaadwillig heeft verlaten en tot nu toe aldaar niet is
      teruggekeerd en in zijn weigering volhardt om tot haar terug te keeren;
      dat gedaagde haar bovendien in de laatst van den tijd der samen leving
      heeft mishandeld en met een mes bedreigd; dat eischeres mitsdien het
      recht heeft tegen den gedaagde een rechtsvervolging tot echtscheiding in
      te stellen uit hoofde van overspel en kwaadwillige verlating subsidiair
      tot scheiding van tafel en bed op grondeigenaar van mishandeling en
      buitensporigheden en zij het daartoe vereischte verlof bekwam bij
      beschikking van den E.A. Heer President der Rechtbank te Almelo d.d. 29
      Novemberg 1922; dat eischeres geen genoegzame inkomsten heeft om in haar
      levensonderhoud te voorzien; heeft gevorderd dat de Rechtbank de
      echtscheiding van de partijen zal uitspreken subsidiair de scheiding van
      tafel en bed met veroordeling van den gedaagde om van den dag dat het te
      vellen vonnis zal zijn ingeschreven in de registers van den Burgerlijken
      Stand aan de eischeres tot levensonderhoud f 5,- per week te betalen,
      met verwijzing van hem in de kosten van het beding. In rechte:
      Overwegende dat de Rechtbank onbevoegd is om kennis te nemen van den
      eisch tot echtscheiding op grondeigenaar van overspel door den gedaagde
      gepleegd, daar deze woont te Ambt Hardenberg dus buiten dit
      Arrondissement. Doch wel is de Rechtbank bevoegd ten aanzien van de
      vordering tot echtscheiding op grondeigenaar van kwaadwillige verlating
      en daar deze vordering der Rechtbank noch onrechtmatig noch ongegrond is
      voorgekomen kan zij worden toegewezen evenals die tot het verstrekken
      van levensonderhoud aan de eischeres. De subsidiaire eisch ot scheiding
      van tafel en bed is daarmede vervallen. Rechtdoende bij verstek:
      Verklaren zich onbevoegd om kennis te nemen van den eisch tot
      echtscheiding op grondeigenaar van overspel. Verklaart op grondeigenaar
      van kwaadwillige verlating het huwelijk van de partijen ontbonden door
      echtscheiding. Veroordeelt den gedaagde om van den dag af dat dit vonnis
      zal zijn ingeschreven in de registers van den Burgerlijken Stand aan de
      eischeres tot levensonderhoud te betalen f 5,- per week. Verwijst den
      gedaagde inde kosten van het geding voor zooveel, aan de zijde van de
      eischeres tot heden aangewend, begroot op vijf en vijftig gulden vijf en
      zeventig cent (f 55,75), het loon van den procureur en de in debet
      gestelde kosten van Griffie, Deurwaarder, regel en registratie
      inbegrepen.
      Aldus gewezen te Almelo door de Heeren Mr. Cohel Tervaert President,
      Leendertz en Hijink, Rechters en uitgesproken ter zitting van Woensdag
      den dertienden Juni 1900 drie en twintig door den President in
      tegenwoordigheid van gemeld Rechters, van Mr. Luijken Glashorst,
      Officier van Justitie en mr. ter Kuile Griffier. Get. M. Ter Kuile, get.
      Cohel Tervaert.
      Voor grosse afgegeven aan Procureur van eischeres.
      De Griffier der Rechtbank te Almelo.
      w.g. M. ter Kuile.
      Voor afschrifte
      w.g. H.J. Plaggemars.
      Waarvan door mij deze inschrijving heeft plaats gehad ingevolgde
      artikel acht en veertig sub die van het Burgerlijk Wetboek onder
      goedkeuring der doorhaling van drie honderd zes en veertig gedrukte
      woorden in vorenstaande akte. J. Bouwmeester.

  • Bronnen 
    1. .
      Aktenummer: vv-1916-12

    2. Echtscheidingsakte te Vriezenveen, d.d. 29 oktober 1923.
      Aktenummer: 35