Metjen Ruijter

Metjen Ruijter

Vrouwelijk 1718 - na 1769  (~ 52 jaar)

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Metjen Ruijter 
    Gedoopt 24 apr 1718  Vriezenveen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  [1
    Geslacht Vrouwelijk 
    Alias de Ruijter 
    Permanent recordnummer 21666 
    Patroniem Jansen 
    Overleden na 1769 
    Persoon-ID I21666  Vriezenveners.nl
    Laatst gewijzigd op 6 jun 2022 

    Vader Jan Ruijter,   geb. ( ca. 1685),   ovl. tussen 1746 en 1748 
    Moeder Eesse Grobben,   geb. ( ca. 1685),   ovl. tussen 1759 en 1760 
    Getrouwd ( ca. 1710) 
    Gezins-ID F7929  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Jan Berends,   geb. ( ca. 1718),   ovl. tussen 1746 en 1748 
    Getrouwd ( ca. 1743) 
    Type: NOTE Religie: 
    Permanent recordnummer 13162 
    Kinderen 
     1. Hendrika Jansen,   geb. ( ca. 1741),   ovl. na 1748
     2. Berendina Jansen,   geb. ( ca. 1743), Vriezenveen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie,   ovl. tussen 1776 en 1778
    Laatst gewijzigd op 26 jul 2018 
    Gezins-ID F13162  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsGedoopt - 24 apr 1718 - Vriezenveen Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 
    Pin Legenda  : Adres       : Locatie       : Stad/Dorp       : Gemeente/Graafschap       : Staat/Provincie       : Land       : Nog niet ingesteld

  • Aantekeningen 
    • 1760-05-03: Mettjen Jansen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor haar zelfs, en als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen, bijgestaan met Ad Henr Bartelink als haar voogd, welke verklaarde wegens opgenomen penningen
      schuldig te zijn aan haar broer Gerrijt Jansen de Ruijter en zijn vrouw Maria van der Aa, een som van 1780 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op huis en gaarden daar achter gelegen, met een goordentjen genaamd het Ekkeltelgjen,
      staande en gelegen in de landerijen van Frerick Freriksen Waanders, en een halve akker woestenland, onverscheiden met de wedw van Berent Jansen Otten, nog een akker hooiland, beginnende van de Buiterenweg tot aan of met de Dijk of de Aa, gelegen
      in Olde Scholsland, onverscheiden met Jan Smelt cs, nog een halve akker hoevenland, gelegen op de Oostere hoeve, onverscheiden met Jan Berens Barkhoff, en dan nog enen goorden, gelegen in de landerijen van Jan Freriks deze Minkgoorden genaamd,
      mitsgaders hare gregte erfportie, zo van wijlen haar vader Jan de Ruiter, en wijlen haar moeder Eefje Berens Grubbe hadde geerft en kunnen erven. [T0079_INV6_p076]

      1761-07-11: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
      Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden op 10 december 1760 verkocht te hebben een halve akker boverweges land, den Vas
      akker (?) genaamd, beginnende van de Buiterenweg bovenwaantjen (?), ten profijte van Jannes Schol en zijn vrouw, voor een som van 141 guldens en 5 stuivers. [T0079_INV6_p146]

      1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen
      erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een 3,5 wand bouwland in de landerijen van de weduwe Albert Berens Gurbbe, ten
      profijte van Frerick Tijhoff en zijn vrouw, voor een som van 136 guldens. [T0079_INV6_p148]

      1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
      Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben een drievierendeel akker
      boverweges land, Lubbersland genaamd op de Westere Hoeve, ten profijte van Waander Berens en zijn vrouw, voor een som van 184 guldens. [T0079_INV6_p149]

      1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
      Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
      land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Mettjen de Ruiter, ten profijte van Jakomina Harwig, wedw van wijlen Jan Muller, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p151]

      1761-08-27: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen, en Mettjen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met
      Frerick Waanders als haar voogd in deze, tezamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grubbe, wedw van Jan de Ruiter, de wijlen Hindrikjen de Ruiter, welke verklaarden in de maand februari van 1761 verkocht te hebben 1,5 vierendeel akker boverweges
      land op de Westere Hoeve, onverscheiden met Jacomina Harwig, ten profijte van Mettjen de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, voor een som van 131 guldens. [T0079_INV6_p153]

      1762-06-21: Mettjen Jansen de Ruiter, wedw van wijlen Jan Berens, bijgestaan met Wolter Leenart als haar voogd in deze, welke verklaarde verkocht te hebben een halve grasgoorden, onverscheiden met Garrijt Jansen, cs, beginnende van de
      waterleiding, binnenwaarts in, en dan nog een klein goordentjen, aan de westkant daar tegenover liggende, alles in de landerijen van wijlen Jan de Ruiter, ten profijte van Berentjen Harms en Geertruit Harms, voor een som van 195 guldens.
      [T0079_INV6_p201]

      1763-09-17: Gerrijt de Ruiter en zijn vrouw Maria van der Aa, Gerrijt van der Aa en zijn vrouw Janna de Ruiter, Frerick Waanders als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen en tezamen mede de rato caverende voor haar ... ... zuster Mettjen
      de Ruiter, weduwe van wijlen Jan Berens, te zamen erfgenamen van wijlen Eesse Berens Grobbe, wedw Jan de Ruiter, welke verklaarden in januari 1761 verkocht te hebben 2 akkers lands, met daarop staande huis en timmeragie, met de halve brink, en
      houtgewas daarop staande, zo wel de bomen zou haar voor of, in eigendom zijn toebehorende, als die bomen, zo wel (?) Jan G ten Caate, in gemeesnschap zijn hebbende, beginnende van af met deze Kerkweg, en dat bovenwaarts in, zo verre de
      Heerlijkheid zich uitstrekt, ten profijte van Aaltjen Faijer, weduwe van wijlen Harmen Egbers en dezelver kinderen, voor een som van 850 guldens. [T0079_INV6_p264]

      1764-10-06: Mechelina van Olde, weduwe van Berent Gerrits, bijgestaan met Hermannus Gerrits als haar voogd in deze, welke verklaarden wegens een verzegelinge van 10 december 1757, zo door deze worden vernietigd, en schuldig te wezen aan de E
      Pieter Wilh Harwig en zijn vrouw Janna Harwig, een som van 250 guldens. Comparanten stellen hypotheek met onderpand op een huis met de halve goorden daar achter gelegen, staande en gelegen in de landerijen van Berent Engbers Smit, voorts een
      halve akker hoeve land, zijnde het ene vierendeel akker onverscheiden met de kinder van Roeloff Gerrits en de andere vierendeel akker onverscheiden met Henrikus Post, cs, en dan nog een halve akker woesten land, zijnde het ene vierendeel akker
      onverscheiden met Mettjen de Ruiter, cs, en de andere vierendeel onverscheiden met Jannes Prinsen, cs, alles alhier op 't Vriezenveen gelegen. Kantlijk akte: Op 9 juli 1799 verscheen Joh Engbers, caverende voor zijn absente broer Jan Engbers als
      voogden over de onmondige kinderen van wijlen Pieter Wilem Harwig, verklarende tegenstaande verzegelinge ten vollen zijn voldaan en verzoekende dat deze akte wordt geroyeerd. [T0079_INV6_p363]

  • Bronnen 
    1. DTB 506, blz. 076.
      Den 24 april 1718: Jan de Ruijter en Eesse [niet genoemd]; Metjen.
      Aktenummer: vnh1718-21