Jannes Bramer

Andere gebeurtenissen:

• Alias: Johannes Braemer
• Permanent recordnummer: 25462
• Patroniem: Jaspers

Aantekeningen:

Zie: Ken uw dorp en heb het lief ... Vriezenveen, blz. 55/234/262.

1756-01-03: Jasper Braamer en zijn vrouw Geesjen Telgenkamp, welke verklaarden wegens een door hun gepasseerde handschrift schuldig te zijn aan Leenart Wolters en zijn vrouw een som van 2935 guldens, doch is tussen Leenart Wolters en Jasper
Braamer gecontracteerd, dat genoemde Jasper Braamer zal kunnen en dragen volstaan, om van wegens bovenstaande som voor zijn prive schuld aan Leenart Wolters te betalen de som van 1500 guldens zullende die dan nog resterende penningen van 1435
guldens door zijn beide zoons Jan en Johannes Bramer bij haar terugkomst van Lissabon bij aldien geld of goederen komende te brengen of over remitteren aan Leenart Wolters of zijn ... ... alle andere crediteuren opleggen en betalen, doch bij
aldien dezelve benevens haar ouders met efde (?) komen te verklaren, geen geld of goederen van Lissabon te hebben meegebracht nog over geremitteerd te hebben, de beide zoons, te weten Jan en Johannes Braamer alsdan door Leenart Wolters van die
1435 guldens worden gelibereerd (?) en vrijgelaten, zonder dat ook ... ... enige aansprake des wegens op haar zal pretenderen (?) te hebben voor welke bovengenoemde 1500 guldens met die daarop te verlopene interest, comparanten stellen hypotheek
met onderpand op 3 akker opgaans, met daarop staande huis en timmeragie, door haar thans wordende bewoond en bezeten, alhier op het Vriezenveen.
Kantlijn akte: Op 3 januari 1772 na vertoonde kwitantie van Gerrit Costers Egbzoon is de inhoud van binnenstaande verzittinge door de weed Jasper Braemer, met een som van 1500 guldens voldaan en betaald, nog te lijden dat deze ten protocolle
worden geroyeerd [T0079_INV5_p485].

1772-12-29: Geesjen Telgenkamp, weduwe van wijlen Jasper Braemer, bijgestaan met haar zoon Jannes Braemer als haar voogd, voor haar zelfs en als boedelhoudster, moeder en wettige voogd van haar meerderjarige kinderen, welke verklaarden op 30
januari 1772 verkocht te hebben 2 akkeren woestenland, gelegen in de westere woesten, namelijk de ene akker gelegen omtrent het wuesten (?) hek, naast dat van het Pastorijenland, en aan de ene kant Alb Bruertjen, cs, en dan een halve akker,
gelegen tusen de halve hoeve en Bol, ingeland, met de weedw Coop Derksen, cs, en de overigen halve akker, gelegen aan de Stuwwe (Stuwe?) onverscheiden met Henrik Egbers d Groot, en zulks voor de som, als te weten de akker voor 135 guldens en 10
stuivers, en de 2e, de halve akker, voor een som van 20 guldens en 11 stuivers, en de 3e, de halve akker bij de Stueuwe, voor een som van 85 guldens en 10 stuivers, dus tezamen een som van 241 guldens en 11 stuivers, ten proftije van Jan Jansen
Bruer en zijn erfgenamen [T0079_INV7_p193].

1789-06-28: Testament, opgemaakt ten huize van Grietjen Bramer, van Grietjen Bramer, geassisteerd met Otto Freriks als haar voogd, waarin genoemd haar 2 nichten Hendrica Warnink/Waarnink en Johanna Meijlink, haar broer Jannes Bramer
[T0079_INV10_p049vo].

Woonde te Vriezenveen (27-08-1748). Verbleef in Lissabon [Portugal] (1756).

Geboorte:
Geboren voor 1738.

Overleden:
Hij is ongehuwd overleden.