Andries Johannes Idzinga

Andries Johannes Idzinga

Mannelijk 1970 -  (53 jaar)

 

1 2 3 Volgende»

Bomen over stambomen



In onderstaand verhaal wil ik u graag vertellen, hoe mijn eerste stapjes in het stamboomonderzoek werden gezet. U kunt dit verhaal als leidraad gebruiken om ook een aanvang te maken met deze fascinerende hobby. 

Het begon allemaal om de onduidelijke familie relaties van moederszijde. Zij kwam uit een redelijk groot gezin aan de Wieke in de Vriezenveensewijk. Beide ouders waren nog meer gezegend met nog meer broers en zussen. Doordat de boerderij van opa en oma een verzamelplaats voor de gehele familie was, was het een komen en gaan van familieleden. Niet zo verwonderlijk natuurlijk, dat de boerderij voor veel stadsmensen altijd een aantrekkingskracht had. Mijn moeder vertelde wel eens, dat er met Pasen wel 250 eieren werden gekookt. 

Op een winterse middag in Ommen vroeg ik mij moeder of ze ’s avonds wat te doen had. “Niets speciaal, hoezo …” was haar antwoordt. Nou dacht ik, nu moet ik toeslaan met zo’n druk bezig zijnde moeder. In de namiddag zocht ik een groot stuk behangpapier op en na het eten nodigde ik mijn moeder uit aan de uitgeschoven keukentafel. Gewichten, boeken en andere attributen op de hoeken van het papier en we konden beginnen. Ma we gaan de familie is even op papier uittekenen. “Laat het even maar achterwege”, zei mijn moeder al gelijk. Oh ja natuurlijk … stom van me. Kunt u mij vertellen hoe de familie in elkaar zit? “Met wie wil je beginnen, de Dekkers of de Van der Scheers?” “De Dekkers, de kleinste van de twee”, was mijn reactie. Een “Mmmm” van mijn moeder zei alweer genoeg. Zo gezegd zo gedaan. 

Het tekenen begon natuurlijk bij mijzelf. Van mij uit naar mijn ouders, naar mijn broertje, mijn opa en oma, enz. Op een gegeven moment krijg je door, dat je van tevoren moet vragen hoeveel kinderen er zijn. Anders wordt het door ruimte gebrek al gauw een gepriegel van jewelste. Genoteerd werden de namen, datums, plaatsen en beroepen. Bij veel personen hoor je dan ook nog de verhalen, zoals mijn moeder die kent. Natuurlijk leuk om te horen, al heb je ze soms al 10 keer gehoord. Maar ja, mijn moeder kan er altijd bijzonder verhaal van maken. 

Al gauw wordt de kalender uit de wc, het fotoalbum uit de kast en de overlijdenskaarten uit het bureau erbij gehaald. Hiermee krijg je wat meer zekerheid van de plaatsen en jaartallen. Twee uur later en de familie Dekker is opgetekend. Zo’n 150 personen, soms niet meer dan alleen de voor- en achternaam.

Met de familie Van der Scheer, waren we nog langer bezig. Mijn oma kwam namelijk uit een gezin van 11 kinderen. Op drie na kregen ze allen kinderen en kleinkinderen en zo krijg je al gauw een aardige stamboom. Na middernacht waren we klaar. Hier ging het om zo’n 160 personen en dus kreeg mijn moeder met haar “Mmmm” geen gelijk. Ze had bij de Dekker’s verwacht meer generaties te kennen, ondanks dat ze wist dat mijn oma uit een groter gezin kwam. Onderwijl werden nog even de broers en zussen van mijn overgrootouders doorgenomen. 

Een week later was mijn vader aan de beurt, maar hier was ik na anderhalf uur al klaar. Gewoon weg een veel kleinere familie. De weken daarna ben ik op zoek gegaan naar alle mogelijke documenten binnen de familie. Zo vond ik geboortekaartjes, trouwboekjes, overlijdensadvertenties en krantenartikelen. Bij mij opa vond ik zelfs een koopakte uit februari 1900 en verschillende andere bruikbare documenten. Helaas waren er binnen onze familie geen bidprentjes aanwezig, waarvan veel informatie is te halen. Deze informatie werd vermeld op het behangpapier en later op zelfgemaakte gezinskaarten. 

Nu was het moment gekomen om eens een archief te gaan bezoeken. Vooraf had ik bij de plaatselijke bibliotheek verschillende boeken over stamboomonderzoek geleend. Hierdoor kwam ik erachter dat er in elke provincie een rijksarchief gevestigd was, waar bijna alle aktes uit die provincie te vinden zouden zijn. 

Op naar het rijksarchief in Zwolle en op zoek naar mijn Vriezenveense roots. Bij de entreebalie werd ik gratis ingeschreven en kreeg ik een pasje overhandigd. Op de eerste verdieping werd ik door een studiezaalmedewerkster te woord gestaan. Zij vertelde in het kort over de indeling van de studiezaal. Aangezien het mijn eerste archiefbezoek was, werd ik gelijk naar de burgerlijken stand doorverwezen. Hier bevonden zich alle geboorte-, huwelijks- en overlijdensaktes uit de provincie Overijssel. Er werd verteld hoe ik mijn weg in de burgerlijken stand kon vinden en hoe de verschillende apparaten zouden werken. 

Hier kwam ik er achter dat ik de geboorteakte van mijn opa uit 1916 niet kon inzien. Er gold een beperkte openbaarheid. Zo zijn de geboorten tot 1902, de huwelijken tot 1922 en de overlijdens tot 1942 vandaag de dag openbaar. Van mij overgrootvader wist ik dat hij in 1888 in Daarlerveen geboren was. Dus op zoek naar de index van het geboorteboek van de gemeente Hellendoorn. Toendertijd werd er nog gewerkt met de zgn. tienjarentafels; een index per 10 jaar. Tegenwoordig vinden we de index in de computer of in een boek met een veel langere indexperiode. Ik vond zijn vermelding in 1888 met aktenummer 191. Met deze informatie op zoek naar het microfiche of de microfilm. De microfilm werd in het apparaat gestopt en niet veel later vond ik de gezochte geboorteakte. Uit deze akte haal je dan weer de gegevens waarmee je verder kunt. Voor de huwelijks- en overlijdensakte werkt e.e.a. hetzelfde. 

Na het vinden van de huwelijksakte werd op een andere film ook nog de bijbehorende huwelijksbijlagen opgezocht. Hier vinden we de extracten van de geboorteakten van bruid en bruidegom, de vermelding van de Nationale Militie en zo mogelijk de overlijdensakten van eerdere partners en die van de ouders van de gehuwden. Ik vond de ene naar de andere akte. 

Kwam je er niet uit, dan was er altijd wel even een medeonderzoeker behulpzaam. Ook het contact tijdens de lunch in kantine leverde nogal eens wat zoekmogelijkheden op. Een goede raad om zoveel mogelijk uit de akte over te nemen, kan later veel dubbel werk voorkomen. Soms kun je met de gegevens van de getuigen later nog wel eens uit de brand geholpen worden. Het zijn regelmatig gewoon (aanstaande) familieleden. 

Bij latere bezoeken werden ook de zgn. DTB-boeken (doop, trouw, begraaf) door geplozen. Vanzelfsprekend eerst de index raadplegen en dan de kopie van het originele boek door bladeren. En dan bij thuiskomst natuurlijk al die gegevens verwerken. 

Op een gegeven moment vertelde mijn broertje, dat hij in de boekhandel een stamboomprogramma met bijbehorend boek had gezien. En zo kwam ik in het bezit van het computerprogramma Pro-Gen. De gegevens van de behangrol en op de vele zelfgemaakte gezinsbladen werden overgenomen in het programma. Uit het programma kon ik nu op elk moment een stamboom in tekst- of grafische vorm printen en zo kon ik de familie en andere belangstellenden mee laten genieten van de resultaten uit het onderzoek. 

André



BestandsnaamBomen over stambomen
Bestandgrootte
Verbonden metAndries Johannes Idzinga

1 2 3 Volgende»